Verslag
Wijziging van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2025D51583, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-12 09:28, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.M.T. van der Lee, voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: W.A. Lips, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36834 (R2211)-5 Wijziging van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen.
Onderdeel van zaak 2025Z18856:
- Indiener: E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiƫn
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-19 09:45: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-12-11 14:00: Wijziging van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiƫn
Preview document (š origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 | |
| 36 834 (R2211) | Wijziging van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen |
| Nr. 5 | VERSLAG Vastgesteld 11 december 2025 De vaste commissie voor Financiƫn, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid. De fungerend voorzitter van de commissie, Van der Lee Adjunct-griffier van de commissie, Lips |
INLEIDING De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de wijziging van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten. Deze leden hebben nog meerdere vragen. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van Rijkswet en hebben enkele vragen. De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden vinden het goed dat de minimumstandaarden voor bestrijding van belastingontwijking nu ook op Sint-Maarten worden ingevoerd en hebben geen verdere vragen bij het wetsvoorstel. II. ALGEMEEN I.0 Inleiding en totstandkoming De leden van de VVD-fractie constateren dat de Belastingregeling Nederland Sint Maarten een Rijkswet is en geen belastingverdrag. Dat gezegd hebbende, komt de inhoud van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten voor een groot deel overeen met de inhoud van belastingverdragen gebaseerd op het OESO-modelverdrag. Kan de regering aangeven hoe de onderhandelingen verlopen ten aanzien van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten en vergelijkbare regelingen (Belastingregeling Nederland CuraƧao)? In hoeverre is dit anders dan het onderhandelen van belastingverdragen? Klopt het dat ten aanzien van Aruba nog de Belastingregeling voor het Koninkrijk geldt? Lopen er momenteel ook onderhandelingen met Aruba? Zo ja, waar staan die nu? De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat al eerder ook de Belastingregeling Nederland CuraƧao is gewijzigd naar aanleiding van het Base Erosion and Profit Shifting-project. Wordt naar aanleiding hiervan ook de belastingregeling met Aruba gewijzigd? En zo ja, wanneer verwacht de regering dat dit zal gebeuren? I.1 Wijzigingen Sint Maartens belastingrecht De leden van de VVD-fractie lezen dat het belastingstelsel van Sint-Maarten sinds 2016 ongewijzigd is gebleven en momenteel wordt herzien. Kan de regering nader ingaan op de stand van zaken van de revisie van het belastingstelsel van Sint-Maarten en het te verwachten tijdspad daarvan? Kan de regering aangeven of en in hoeverre de revisie van het belastingstelsel van Sint-Maarten belemmeringen opwerpt voor de invoering van andere maatregelen ter voorkoming van belastingontwijking? De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de genoemde revisie van het belastingstelsel in Sint Maarten inhoudt en wat voor gevolgen deze revisie zal hebben voor het voorliggende voorstel en voor de Belastingregeling Nederland Sint Maarten in het algemeen. Voorts vragen deze leden of de regering het verwachte tijdpad van de genoemde revisie kan toelichten. I.2 Wijzigingen Nederlands belastingrecht De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen waarom hier specifiek de twee richtlijnen ATAD 1 en 2 genoemd worden, en de Wet bronbelasting 2001. Kan de regering toelichten wat deze drie wijzigingen voor relatie hebben met het voorliggende voorstel en met de Belastingregeling Nederland Sint Maarten in het algemeen? I.3 Inhoud van de regeling De leden van de VVD-fractie lezen dat de wijzigingen BEPS-minimumstandaarden, een PPT, uitbreiding van de vaste inrichtingsdefinitie en technische aanpassingen omvatten. Hoe wordt de proportionaliteit van deze maatregelen beoordeeld, gezien het doel om verdragsmisbruik te bestrijden? Zijn er consultaties geweest met het bedrijfsleven over de praktische gevolgen van deze wijzigingen? I.4 Budgettaire aspecten . III. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel I II.0 Artikel I, onderdeel A (titel en considerans van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten) De leden van de VVD-fractie begrijpen dat is afgeweken van aanwijzing 6.7 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar) en de toelichting op die aanwijzing door het opnemen van een considerans. Daarbij is als reden gegeven āde noodzaak om te voldoen aan de minimumstandaard zoals die in het kader van het BEPS-project is ontwikkeldā. Kan de regering aangeven hoe deze minimumstandaard van toepassing is in een zuiver interne situatie: dat wil zeggen binnen het Koninkrijk der Nederlanden? Ziet de minimumstandaard namelijk niet op situaties waarbij er meerdere Staten zijn betrokken? Klopt het in zoverre dat de minimumstandaard Nederland niet verplicht om deze considerans op te nemen? II.3 Artikel I, onderdeel D (artikel 5 van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten) De leden van de VVD-fractie lezen dat de definitie van vaste inrichting wordt uitgebreid met antisplitsing- en antifragmentatiebepalingen. Hoe wordt voorkomen dat deze bepalingen leiden tot extra administratieve lasten voor Nederlandse bedrijven met internationale activiteiten? Is er een inschatting van het aantal extra geschillen dat door deze wijzigingen kan ontstaan? II.7 Artikel I, onderdeel H (artikel 22 van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten) De leden van de VVD-fractie lezen dat de regering het heeft over het voldoen aan de minimumstandaard op dit punt. Kan de regering aangeven hoe deze minimumstandaard van toepassing is in een zuiver interne situatie: dat wil zeggen binnen het Koninkrijk der Nederlanden? Ziet de minimumstandaard namelijk niet op situaties waarbij er meerdere Staten zijn betrokken? Klopt het in zoverre dat de minimumstandaard Nederland niet verplicht om deze bepaling op te nemen? II.8 Artikel I, onderdeel I (artikel 24 van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten) De leden van de VVD-fractie constateren dat het voorgestelde vijfde lid van artikel 24 van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten gevallen waarin een rechterlijke instantie of administratieve rechtbank van een van beide landen al over de kwestie heeft beslist van arbitrage zijn uitgezonderd. Kan de regering aangeven waarom hiervoor is gekozen? Is er een grondwettelijke belemmering om deze uitzondering niet op te nemen? Waarom bestaat deze (mogelijke) uitzondering binnen het OESO-modelverdrag? Waarom zou deze uitzondering in de context van deze Rijkswet relevant zijn? Kan de regering voorts aangeven op welk moment de procedureregels voor de arbitrageprocedure worden afgesproken? Is dit op het moment dat er een arbitrageprocedure dreigt of al op een eerder moment? Hoe werkt de benoemingsprocedure voor arbiters in het geval van arbitrage? Wat is de poule van arbiters waar Nederland en Sint-Maarten uit kunnen kiezen? IV. OVERIG De leden van de VVD-fractie hebben voorts nog de volgende vragen. Kan de regering toelichten wat de uitvoeringsgevolgen zijn van de voorgestelde wijzigingen? Kan de regering toelichten wat de gevolgen zijn voor belastingplichtigen en bedrijven? De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of het voorstel uitvoeringstechnische gevolgen heeft en zo ja, welke dat zijn. Kan de regering daarnaast toelichten wat de gevolgen van het voorstel zijn voor belastingplichtigen? |
|