Invulling van diverse moties en een toezegging, gedaan tijdens het notaoverleg van op 2 juni 2025, over de Initiatiefnota 'Wolken aan de horizon'
Initiatiefnota van de leden Six Dijkstra en Kathmann over “Wolken aan de horizon”
Brief regering
Nummer: 2025D50905, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-10 10:15, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 36574 -18 Initiatiefnota van de leden Six Dijkstra en Kathmann over “Wolken aan de horizon”.
Onderdeel van zaak 2025Z21502:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-12-11 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-17 11:00: Procedurevergadering Digitale Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Met deze brief ontvangt u de invulling van diverse moties en een toezegging uit het notaoverleg Initiatiefnota 'Wolken aan de horizon'. Omdat de moties en toezegging in deze brief inhoudelijk allemaal verbonden zijn aan het onderwerp cloud en vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken (EZ), ontvangt u reactie daarop gebundeld.
Het betreft een reactie op de toezegging aan het lid Buijsse over een behoefteonderzoek bij Nederlandse cloudbedrijven naar publiek-private samenwerking1, de motie van het lid Buijsse over onderzoeken of de ruimte in de Nota Ruimte past bij de groeiende vraag2, de motie van het lid Buijsse over een kostencomponent en een risicocomponent hanteren in aanbestedingen3, de motie van de leden Bruyning en Thijssen over strategische partnerschappen met onderwijsinstellingen aangaan4, de motie van het lid Koekkoek over innovatie die digitale soevereiniteit versterkt expliciet erkennen als innovatiecategorie5 en de motie van het lid Koekkoek over de Europese strategische autonomie en digitale soevereiniteit versterken door digitale innovatie.6
In deze brief wordt in bovengenoemde volgorde gerapporteerd over hoe de moties zijn geadresseerd.
Toezegging aan lid-Buijsse over een behoefteonderzoek bij Nederlandse cloudbedrijven naar publiek-private samenwerking
Tijdens het notaoverleg ‘Wolken aan de Horizon’ heeft toenmalig minister van EZ Beljaarts toegezegd te rapporteren over de behoeften van Nederlandse cloudbedrijven. Het ministerie van EZ is voortdurend in contact met marktpartijen, experts, onderzoeksinstituten en brancheverenigingen. Dat contact vindt plaats door middel van bilaterale gesprekken met deze belanghebbenden, werkbezoeken bij individuele bedrijven en door deelname aan en organisatie van verschillende typen bijeenkomsten, zoals congressen, rondetafelbijeenkomsten en seminars.
Op 18 juni 2025 heeft het Centre of Excellence for Data Sharing and Cloud (CoE-DSC)7 – op verzoek van het ministerie van EZ – samen met branchevereniging Dutch Cloud Community een bijeenkomst georganiseerd in Nieuwspoort over Europese initiatieven op het gebied van cloud innovatie en soevereine cloud oplossingen, zoals EuroStack, IPCEI CIS en Dynamo Cloud. Tijdens de bijeenkomst zijn marktpartijen geïnformeerd over verschillende publieke, private en publiek-private initiatieven die tot doel hebben bij te dragen aan een concurrerende Europese cloudsector én zijn ze met elkaar in gesprek gegaan over deze initiatieven en hoe die aansluiten bij hun behoeften. Er werd geconcludeerd dat er reeds een veelvoud aan initiatieven bestaat gericht op het realiseren van een toekomstbestendige, Europese cloudinfrastructuur.8
Tegelijkertijd stelt het kabinet vast dat de cloudmarkt bestaat uit een heel heterogene groep aanbieders en dat bestaande initiatieven mogelijk niet afdoende zijn. “De cloud” bestaat namelijk niet: het is een complex en gelaagd systeem dat bestaat uit verschillende bedrijven, functionaliteiten, diensten en verdienmodellen. Zo kan een leverancier van generieke cloudinfrastructuurdiensten andere behoeften en obstakels ervaren dan een leverancier van sectorspecifieke niche cloudsoftwaretoepassingen. Maar ook tussen aanbieders op dezelfde laag van clouddienstverlening, zoals tussen twee individuele cloudsoftwareproviders van verschillende omvang of met verschillende doelmarkt, kunnen substantiële verschillen in behoeften en obstakels bestaan. Dat maakt dat er geen one-size-fits-all beleidsaanpak bestaat voor de gehele cloudsector. Om effectief gedifferentieerd beleid te kunnen ontwikkelen ter verbetering van de concurrentiepositie van de Nederlandse cloudsector, heeft het ministerie van EZ KPMG opdracht gegeven tot het uitvoeren van een verdiepend onderzoek naar de heterogeniteit en diversiteit van de Nederlandse cloudsector. De resultaten van dit onderzoek worden in de eerste helft van 2026 gedeeld met de Tweede Kamer.
Motie-Buijsse over onderzoeken of de ruimte in de Nota Ruimte past bij de groeiende vraag
Met de motie wordt de regering verzocht te onderzoeken of de ruimte als geboden in de Nota Ruimte past bij de groeiende vraag naar datacenters van zowel het Rijk als private partijen. De Ontwerp-Nota Ruimte is op 26 september 2025 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het kabinet onderschrijft daarin dat er voldoende ruimte moet worden geboden om de toenemende digitalisering in de toekomst te blijven faciliteren9:
“Onze toenemende digitalisering vereist een goede digitale infrastructuur die ook inpassing vergt in de fysieke ruimte, zoals aanlandingspunten voor zeekabels, ruimte voor datacenters en internetknooppunten, opstelpunten voor antennes en ruimte in de ondergrond voor telecommunicatienetwerken. Het waarborgen van een open strategische (digitale) autonomie versterkt de noodzaak van de aanwezigheid van een hoogwaardige digitale infrastructuur op eigen bodem.”
In de Kamerbrief bij de aanbieding van de Ontwerp-Nota Ruimte kondigt het kabinet aan dat het toewerkt naar een definitieve Nota Ruimte, inclusief een Uitvoeringsagenda, om aan de Tweede Kamer aan te bieden.
Motie-Buijsse over een kostencomponent en een risicocomponent hanteren in aanbestedingen
Met de motie wordt de regering verzocht te onderzoeken in hoeverre naar Ests voorbeeld een kostencomponent en een risicocomponent kunnen worden gehanteerd in Nederlandse aanbestedingen. Voor de uitvoering van deze motie is contact geweest met Estland. Het kabinet ziet op dit moment de ontwikkelingen binnen de Estse wet- en regelgeving niet als aanleiding om aanpassingen te doen in de Nederlandse beleidskaders, zeker gezien de verwachting dat er in de nabije toekomst al in Europees verband beleid tot stand zal komen met betrekking tot aanbestedingen van clouddienstverlening door overheden. Daarnaast wordt er momenteel al veel ingezet op het verlagen van de veiligheidsrisico’s.
Bij de huidige herziening van de aanbestedingsrichtlijnen in Europa zet het kabinet zich ook in voor meer mogelijkheden om risico’s voor (nationale) veiligheid bij aanbesteden te beperken of uit te sluiten. Bijvoorbeeld door te pleiten voor een extra uitsluitingsgrond, zodat ondernemingen uitgesloten kunnen worden indien er twijfels over de betrouwbaarheid bestaan. Ook wil het kabinet dat er nieuwe beveiligingseisen gelden voor bedrijven die een opdracht voor het Rijk uitvoeren met risico’s voor de nationale veiligheid. Deze moeten worden opgenomen in de Algemene Beveiligingseisen voor Rijksoverheidsopdrachten (ABRO).
Het bestaande Rijksbreed cloudbeleid vereist daarnaast ook in de huidige situatie al dat er een risicoanalyse wordt gemaakt bij aanbestedingen van clouddiensten. De daaruit voortkomende risico’s moeten vervolgens worden geaccepteerd of gemitigeerd. Eventuele eisen ten aanzien van het al dan niet gebruiken van public cloud, de locatie van dataverwerkingsinfrastructuur en technische maatregelen zoals encryptie kunnen zo al in de aanbesteding worden meegenomen. Ook kunnen er eisen worden gesteld aan de jurisdictie waarvandaan een oplossing wordt aangeboden. Vervolgens kan in het beoordelen van de inschrijvingen nagegaan worden of deze passen binnen de risicoanalyse.
Motie-Bruyning en Thijssen over een aanbeveling over te nemen om strategische partnerschappen met onderwijsinstellingen aan te gaan
Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van de motie van de leden Bruyning en Thijssen, waarin de regering wordt verzocht om de aanbeveling uit de initiatiefnota Wolken aan de horizon over te nemen om strategische partnerschappen met onderwijsinstellingen aan te gaan.
Om de huidige arbeidsmarktvraag en het toekomstig aanbod van data-, AI- en cloudprofessionals in kaart te brengen laat het ministerie van EZ onderzoek uitvoeren. Dit onderzoek richt zich op de knelpunten en discrepanties tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs. Daarbij worden stakeholders vanuit het bedrijfsleven, onderwijs en overheid betrokken om goed inzicht te krijgen in behoeften, kansen en belemmeringen. Daarnaast beoogt het onderzoek te inventariseren welke partijen willen samenwerken en op welke wijze zij tot strategische samenwerkingen willen komen. Het onderzoek maakt inzichtelijk waar beleidsinterventies mogelijk zijn om de komende jaren te komen tot een groter aanbod van data-, AI- en cloudprofessionals. De aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek moeten worden gedragen door bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen om te bepalen welke opties voor vervolgactiviteiten of instrumenten passend kunnen zijn.
Motie-Koekkoek over innovatie die digitale soevereiniteit versterkt expliciet erkennen als innovatiecategorie
Het verzoek van de Tweede Kamer om innovatie-instrumenten directer te koppelen aan digitale soevereiniteit sluit goed aan bij de aanpak van het kabinet. Binnen het innovatiebeleid is recent gekozen om meer focus aan te brengen, waarbij strategische autonomie is meegewogen.
Ten eerste is met de Nationale Technologiestrategie10, binnen de 44 sleuteltechnologieën de focus gelegd op een aantal prioritaire technologieën waaronder ‘AI & Data’ en de daarvoor benodigde cloudinfrastructuur.
Ten tweede is via de ‘Industriebrief met focus’ gekozen voor een zestal groeimarkten, waaronder de Digitale Diensten (met name AI), waaronder dus ‘AI’ en ‘bedrijfssoftware in de cloud’11.
Door samen met het bedrijfsleven gerichte programma’s hiervoor te ontwikkelen is er meer gerichte innovatie die digitale soevereiniteit bevorderd. De genoemde focus zal daarnaast ook doorwerken in het specifieke innovatie-instrumentarium van EZ, zoals de MIT, de PPS-innovatieregeling en Thematische Technology Transferregeling die op basis van deze nieuwe focus verder doorontwikkeld zullen worden. De genoemde focus zal ook bepalend zijn voor toekomstige keuzes waar bijvoorbeeld op wordt ingezet met het Europees instrumentarium en waar zal worden deelgenomen aan Europese samenwerkingsinitiatieven voor IPCEI’s en EDIC’s. Een belangrijke voorwaarde om van innovatieregelingen en instrumenten gebruik te kunnen maken is dat bedrijven aantonen dat er daadwerkelijk sprake is van RD&I om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen, aangezien dat een essentiële voorwaarde is vanuit het geldende (Europese staatsteun) kader.
Naast het specifieke instrumentarium kunnen bedrijven ook altijd een beroep doen op het generieke innovatie-instrumentarium waaronder de WBSO. Veel Nederlandse bedrijven weten al goed gebruik te maken van dit generieke innovatie-instrument. Trends in ‘focus op de WBSO 12’, laten zien dat het gebruik ten behoeve van deze digitale technologie aanzienlijk groeit (bijvoorbeeld +50% voor AI).
De NTS actieagenda voor ‘AI & Data’ en marktprogramma voor Digitale Diensten die momenteel worden ontwikkeld zullen verder richtinggevend zijn voor het nieuwe innovatie- en industriebeleid, waarmee het kabinet extra aandacht zal hebben voor innovatie die de Nederlandse autonomie versterken, en daarmee digitale soevereiniteit. Aanvullend pakt het kabinet de haperende innovatie in Nederland ook breed aan via negen acties in het 3% actieplan13, waaronder instrumenten voor de opschaling van innovaties en een verkenning voor de oprichting van een Nationaal Agentschap voor Disruptieve Innovatie (NADI).14 Besluitvorming over verdere invullingen van deze acties is aan het nieuwe kabinet.
Motie-Koekkoek over de Europese strategische autonomie en digitale soevereiniteit versterken door digitale innovatie
Met de motie wordt de regering verzocht zich in te zetten voor het stimuleren van Europese digitale innovatie, onder meer via het EuroStack-initiatief, met als doel de Europese strategische autonomie en digitale soevereiniteit te versterken. In lijn met de wens van de Tweede Kamer zet het kabinet zich op meerdere manieren in voor het stimuleren van Europese digitale innovatie om de Europese digitale open strategische autonomie en soevereiniteit te versterken. Voorbeelden hiervan zijn recent opgesomd in een brief aan de Tweede Kamer15, waaronder €72 miljoen subsidie voor Nederlandse cloudpartijen om aan innovaties te werken onder de Important Project of Common European Interest on Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS) en de financiële bijdrage aan het eerder genoemde CoE-DSC.
Het kabinet neemt ook waar dat er recent met regelmaat nieuwe initiatieven ter stimulering van de Europese cloudsector en de digitale open strategische autonomie worden gelanceerd. Het kabinet informeert zich hier actief over en volgt de voortgang van deze initiatieven met veel interesse.
Een van de recente initiatieven is EuroStack, een gezamenlijk initiatief van Europese techbedrijven, onderzoeksinstellingen en beleidsorganisaties dat zich richt op het versterken van de digitale soevereiniteit en digitale concurrentiekracht van Europa door ontwikkeling en adoptie van een geïntegreerd digitaal ecosysteem. Het ministerie van EZ heeft contact gehad met de initiatiefnemers om zich nader te laten informeren over de concrete acties die het initiatief voorstelt en de manieren waarop betrokkenheid bij het initiatief vorm kan krijgen. De governance van het initiatief, haar inhoudelijke koers en de vertaling daarvan naar concrete activiteiten lijken op dit moment nog in ontwikkeling. In het licht hiervan, en omdat er nog geen concrete mogelijkheden zijn waarop Europese overheden zich bij het initiatief kunnen aansluiten, is het (nog) niet opportuun om steun uit te spreken voor het EuroStack-initiatief. Uiteraard blijft het kabinet de voortgang van het initiatief nauwgezet volgen en kan op basis daarvan in de toekomst worden besloten om tot een steunbetuiging over te gaan.
Tot slot
Het kabinet maakt zich al langere tijd hard voor een goedwerkende Europese cloudmarkt en voor het versterken van de digitale soevereiniteit en concurrentiekracht van Europa, in lijn met de strekking van bovengenoemde moties en toezegging. Zoals in de Kamerbrief Initiatiefnota Wolken aan de Horizon16 met de Tweede Kamer is gedeeld, zet het kabinet hierbij voornamelijk in op beleidsvorming op Europees niveau, omdat de problematiek op de cloudmarkt in de hele interne markt wordt ervaren.
Het kabinet kijkt derhalve met interesse naar de plannen van de Europese Commissie op het gebied van cloudbeleid. Zo ontwikkelen verschillende lidstaten op dit moment plannen voor nieuwe IPCEI-projecten op het gebied van cloudinfrastructuur en AI. De definitieve projecten worden naar verwachting in de eerste helft van 2026 aangekondigd. In een recente Kamerbrief is de Tweede Kamer geïnformeerd dat Nederland vooralsnog niet kan deelnemen aan deze projecten, vanwege ontbrekende financiële ruimte in de besluitvorming rondom de voorjaarsnota eerder dit jaar.17 Ook heeft de Europese Commissie een voorstel voor een Cloud en AI Ontwikkelingsverordening aangekondigd. Dit voorstel zal waarschijnlijk in het voorjaar van 2026 worden gepubliceerd. In mei is de Tweede Kamer over de aankondiging hiervan geïnformeerd in het BNC-fiche Mededeling AI Continent Actieplan.18 Tevens is door de Europese Commissie een aanbeveling voor aanbestedingen van clouddiensten in de publieke sector aangekondigd, die mogelijk betrekking heeft op de in deze brief beschreven thematiek. Over deze voorstellen en de positie van het kabinet wordt de Tweede Kamer te zijner tijd door middel van een BNC-fiche geïnformeerd.
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken