Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne – eerste stappen in Nederland (Kamerstuk 36045-240)
Situatie in Oekraïne
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D50878, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-09 16:51, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.L. Dekker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z19274:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-12-09 14:00: Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne – eerste stappen in Nederland (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Buitenlandse Zaken over de brief ‘Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne – eerste stappen in Nederland’.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Klaver
Adjunct-griffier van de commissie,
Dekker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
II Antwoord / Reactie van de minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 28 oktober 2025 inzake de eerste stappen richting de oprichting van het Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne (STCA) (Kamerstuk 36 045, nr. 240).
De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van een zichtbare en snelle ontwikkeling van het tribunaal en waarderen dat het kabinet heeft ingestemd met het Nederlandse gastlandschap voor de eerste twee voorbereidende fases. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie lezen dat het, mede uit het oogpunt van internationale signaalwerking, van groot belang is dat fase 1 en fase 2 spoedig van start gaan. Deze leden vragen de minister op welke datum, dan wel binnen welke termijn, fase 1 concreet van start zal gaan. Tevens vernemen zij graag op welke vaste momenten de Kamer geïnformeerd zal worden over de voortgang van de werkzaamheden in deze fases.
Nu het kabinet aangeeft dat met het besluit over fase 1 en 2 geen voorschot wordt genomen op een mogelijk toekomstig gastlandschap voor fase 3, vragen de leden van de D66-fractie de minister welke criteria, naast het beschikken over voldoende veiligheidscapaciteiten, richtinggevend zullen zijn bij een dergelijk toekomstig besluit. Kan de minister deze criteria uiteenzetten en aangeven hoe deze zullen worden gewogen?
De leden van de D66-fractie vragen of de minister kan toelichten of er al, formeel of informeel, gesprekken plaatsvinden met andere landen die belangstelling hebben om fase 3 van het STCA te faciliteren of te huisvesten. Indien dergelijke gesprekken plaatsvinden, kan de minister dan aangeven in welk stadium deze zich bevinden en welke rol Nederland daarin speelt?
De brief stelt dat in fase 1 en 2 rekening moet worden gehouden met mogelijke toenemende dreiging, waaronder cyberaanvallen, desinformatie, sabotage en spionage. De leden van de D66-fractie vragen de minister nader te duiden welke aanvullende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om deze dreigingen adequaat te ondervangen. Daarnaast wijzen deze leden op reeds bekende sabotageactiviteiten van Russische actoren in Nederland, evenals op risico’s verbonden aan de Russische schaduwvloot. Welke concrete maatregelen zijn getroffen en welke aanvullende stappen worden nog overwogen?
De leden van de D66-fractie lezen dat de benodigde personele inzet grotendeels uit bestaande capaciteit moet komen en dat dit zal leiden tot verdringingseffecten op lopende casussen. Deze leden vragen de minister of hij kan toelichten welke categorieën beschermde personen hierdoor mogelijk minder capaciteit ontvangen, en op welke wijze het kabinet voornemens is deze risico’s te ondervangen.
Tot slot benadrukken de leden van de D66-fractie dat voldoende capaciteit binnen het stelsel van bewaken en beveiligen essentieel is voor zowel de nationale veiligheid als het adequaat kunnen functioneren van Nederland als gastland voor de voorbereidende fases van het STCA. Deze leden vragen de minister of reeds wordt gekeken naar aanvullende financiële middelen of structurele versterking van deze capaciteit, en zo ja, welke opties daarbij in beeld zijn.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsbrief over het proces ter huisvesting van het Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne en hebben hier nog enkele vragen over.
Allereerst spreken de leden van de VVD-fractie hun waardering uit voor de concrete inzet van de minister van Buitenlandse Zaken. Volgens deze leden zet Nederland hiermee een concrete stap in de richting van het onderzoeken en veroordelen van Rusland voor het starten van de grootschalige agressieoorlog tegen Oekraïne. Zij lezen in de brief dat de voorbereidingen in twee fases zullen worden voltooid. Daarin lezen de leden dat fase 1 en 2 beperktere verwachting van veiligheidsconsequenties voor Nederland met zich meebrengt dan fase 3.
De leden van de VVD-fractie maken zich grote zorgen over mogelijke Russische cyberaanvallen of andere vormen van buitenlandse inmenging om de voorbereidingen van het Agressietribunaal te verstoren of beïnvloeden. Hoe gaat de minister in samenwerking met de minister van Defensie zich inzetten om te voorkomen dat Rusland toegang krijgt tot kritieke informatie tijdens fase 1 en 2? Welke maatregelen zijn er voorbereid om de veiligheid van de IT-infrastructuur in fase 1 te waarborgen? Zijn er daarnaast extra maatregelen nodig tijdens de uitvoering van fase 1 en 2 voor andere overheidsinstanties of kritieke infrastructuur?
Daarnaast lezen de leden van de VVD-fractie dat zo’n 150 – 200 fte uit het stelsel bewaken en beveiligen nodig is tijdens fase 2. De minister geeft aan dat dit ten koste gaat van bestaande capaciteit wat zal leiden tot verdringingseffecten op lopende casussen. Deze leden maken zich hier grote zorgen om. Kan de minister zich inzetten om samen met de minister van Justitie en Veiligheid ervoor te zorgen dat er voldoende capaciteitsuitbreiding van het stelsel bewaken en beveiligen is, die ten goede komt aan de voorbereiding van het Agressietribunaal in fase 2? Is het mogelijk om in samenwerking met bondgenoten voor voldoende beveiligingscapaciteit voor sleutelfiguren van het Agressietribunaal te zorgen?
De leden van de VVD-fractie zien het invullen van de voorbereidende fases als een belangrijk politiek signaal richting Rusland dat haar grootschalige en systematische schendingen van het VN-geweldsverbod niet straffeloos zullen blijven. Deze leden vragen de minister om een reactie hoe dit signaal gewaarborgd kan blijven tijdens onderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne over een vredesdeal. Deze leden lezen in mediaberichten dat in het Amerikaanse voorstel voor vrede er geen tribunaal voor een strafrechtelijk proces zal komen om oorlogsmisdaden te veroordelen. Hoe zou zo een mogelijk voorstel invloed kunnen hebben op de uiteindelijke uitwerking van het Agressietribunaal? Daarnaast, hoe verhoudt het vooruitstrevende aspect van het Agressietribunaal om de trojka (staatshoofd, regeringsleider en minister van Buitenlandse Zaken) te vervolgen zich tot een mogelijke vredesdeal? Kan dit aspect nog worden gewijzigd in het Statuut van het Agressietribunaal?
Allerlaatst lezen de leden van de VVD-fractie dat in fase 3 zal worden onderzocht waar de huisvesting van het tribunaal zal plaatsvinden. Is de minister bekend met of andere landen mogelijk het tribunaal zouden willen huisvesten? Deze leden moedigen de minister aan om tijdig kenbaar te maken binnen de Raad van Europa dat Nederland bereid is het uiteindelijke Agressietribunaal te huisvesten. De minister schrijft dat het beschikken over voldoende capaciteit om in fase 3 als gastland te fungeren, een belangrijk vereiste is voor een toekomstig besluit. Op welke termijn is de minister van plan hier een besluit over te nemen? Wanneer kan hij de Kamer hier verder over informeren? Deze leden zijn dan specifiek benieuwd naar de benodigdheden voor het huisvesten van het Agressietribunaal en de operationele vereisten die dat met zich meebrengt.
II Antwoord/ Reactie van de minister
III Volledige agenda
Brief minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel, d.d. 28-10-2025, Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne – eerste stappen in Nederland (Kamerstuk 36045, nr. 240).