[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Kabinetsreactie op het bericht over rechten gevluchte Soedanese kinderen

Afrika-beleid

Brief regering

Nummer: 2025D50870, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-10 09:46, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29237 -238 Afrika-beleid.

Onderdeel van zaak 2025Z21493:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Het kabinet heeft notie genomen van het bericht ‘Save the Children: EU-beleid verergert schendingen van rechten gevluchte Soedanese kinderen’ dat op 26 november jl. werd gepubliceerd door NRC Handelsblad. Hierbij ontvangt u een reactie.

Als gevolg van het aanhoudende conflict in Soedan bevinden Soedanese vluchtelingen, in het bijzonder kinderen als meest kwetsbaren, zich in moeilijke omstandigheden. Sinds de uitbraak van het conflict in 2023 zijn naar schatting 14 miljoen mensen ontheemd geraakt, van wie 4,5 miljoen mensen Soedan ontvlucht zijn. Zij vluchtten vooral naar landen in de regio, met name Tsjaad en Egypte. De crisis in en rond Soedan is de grootste ontheemdingscrisis wereldwijd. Ook tijdens het recente geweld naar aanleiding van de val van El Fasher1 zijn kinderen het slachtoffer geworden van geweld, waaronder seksueel geweld, en honger. Na de val van El Fasher zijn kinderen opnieuw ontheemd geraakt, nadat zij eerder naar El Fasher waren gevlucht. Door de crisis in Soedan en de lastige context voor de humanitaire respons binnen Soedan, worden Soedanese burgers geconfronteerd met grote risico’s zowel binnen Soedan, als buiten Soedan als vluchteling.

De Nederlandse inzet is gericht op het bewerkstelligen van een staakt-het-vuren en een einde aan het conflict, betere humanitaire toegang, en bescherming van burgers in Soedan. Daarnaast zet Nederland zich in om vluchtelingen in de regio een menswaardig perspectief te bieden. In Egypte, een land dat veel Soedanese vluchtelingen opvangt, vindt dit plaats via o.a. het PROSPECTS partnerschap, dat werkt aan zelfredzaamheid, weerbaarheid en inclusie van vluchtelingen en gastgemeenschappen. Daarnaast steunt Nederland ook het werk van organisaties als Save the Children in het zuiden van Egypte, waar veel Soedanese vluchtelingen verblijven, voor toegang tot basisdiensten zoals gezondheidszorg.

Het kabinet zet in Noord-Afrika in op het opbouwen van migratiemanagementsystemen in partnerlanden om mensensmokkel en mensenhandel te bestrijden, en de rechten van migranten beter te beschermen o.a. via programma’s als COMPASS. Actieve bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel en het opbouwen van migratiesystemen draagt bij aan de duurzame bescherming van rechten van migranten. Ook steunt Nederland bewustwordingscampagnes om bewustzijn van de risico’s van irreguliere migratie te vergroten.

Deze inzet draagt Nederland zowel bilateraal als via de Europese Unie uit, bijvoorbeeld via brede EU-partnerschappen, waarmee Europese en ook Nederlandse beleidsdoelstellingen ten aanzien van migratie nagestreefd worden.

De borging van mensenrechten is een voorwaarde binnen Nederlandse en EU- interventies in derde landen conform het do no harm-principe, ook bij het aangaan van EU-partnerschappen. Nederland dringt er in EU-verband voortdurend op aan dat Europese steun direct gepaard gaat met voorwaarden en controlemechanismes zoals adequate risicoanalyses, monitoring en evaluatie bij EU-financiering voor programma’s. De Europese Commissie monitort de uitvoering van deze programma’s en voert hierover een dialoog met de betrokken implementerende partners en overheden, waarin zorgen worden overgebracht. Ook de bilaterale dialogen en partnerschappen omtrent migratiesamenwerking benut Nederland om vermeende misstanden in het kader van mensenrechten met autoriteiten te bespreken, met respect voor de soevereiniteit van het partnerland en in de wetenschap dat het uiteindelijk de primaire verantwoordelijkheid is van partnerlanden om zorg te dragen voor de rechtmatige behandeling van mensen binnen hun eigen landsgrenzen.

De minister van Buitenlandse Zaken,





D.M. van Weel
Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp




Aukje de Vries

De minister van Asiel en Migratie,

D.M. van Weel