[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering van de motie van de leden Wijen-Nass en Rajkowski over de mogelijkheden onderzoeken van een beroepsmogelijkheid tegen oordelen van de TIB (Kamerstuk 30821-295)

Nationale Veiligheid

Brief regering

Nummer: 2025D50769, datum: 2025-12-09, bijgewerkt: 2025-12-10 12:17, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30821 -324 Nationale Veiligheid.

Onderdeel van zaak 2025Z21463:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Naar aanleiding van het debat over de Algemene Inlichtingen- en

Veiligheidsdienst (AIVD) en criminele ondermijning op 14 mei 2025 heeft uw Kamer de motie van de leden Wijen-Nass (BBB) en Rajkowski (VVD) aangenomen waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om, vooruitlopend op de herziening van de Wiv 2017, een beroepsmogelijkheid tegen oordelen van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) te regelen.1

In de afgelopen periode is dit onderzoek uitgevoerd. Daarbij is onder andere gekeken naar de operationele noodzaak en hoe het versneld mogelijk maken van beroep zich zou verhouden tot het reeds lopende traject tot herziening van de Wiv 2017. Op grond van het onderzoek is de conclusie dat er een operationele noodzaak is om beroep op alle besluiten van de TIB mogelijk te maken. Desalniettemin is het niet opportuun is om een mogelijkheid tot beroep versneld te introduceren. Deze conclusie wordt in het vervolg van deze brief nader toegelicht.

Bij de inzet van bepaalde bevoegdheden door de diensten wordt de toestemming van de betrokken minister voorafgaand aan de inzet op rechtmatigheid getoetst door de TIB. In het geval dat de TIB tot een onrechtmatigheidsoordeel komt, vervalt de toestemming van de minister van rechtswege en kunnen de diensten niet overgaan tot de gevraagde inzet. Het toetsen van verleende toestemmingen is een belangrijk onderdeel in het stelsel van waarborgen op het werk van de diensten. Het komt voor dat een principieel verschil van inzicht ontstaat met de TIB over de interpretatie van de wet en een daarop gebaseerd onrechtmatigheidsoordeel. Dat is inherent aan de taak en positie van de TIB als onafhankelijke toetsingscommissie enerzijds en de belangen van de diensten anderzijds. Door het ontbreken van een beroepsprocedure bij de rechter kan echter een impasse ontstaan over de uitleg die gegeven moet worden aan bepaalde begrippen in de Wiv 2017 of de (onderbouwing van de) noodzaak, proportionaliteit, subsidiariteit en gerichtheid voorafgaand aan de inzet van een bevoegdheid. De Evaluatiecommissie Wiv 2017 constateerde in dit verband dat het stelsel hiermee een weeffout bevat.2 Omdat het oordeel van de TIB doorslaggevend is, konden in bepaalde gevallen bevoegdheden niet worden toegepast, waardoor een onderzoek mogelijk niet kan worden uitgevoerd. Een voorbeeld in de onderzoeken van de AIVD naar criminele ondermijning is de vraag of een persoon (nog steeds) aangemerkt kan worden als een gevaar voor de nationale veiligheid.

Het creëren van een beroepsmogelijkheid jegens oordelen van de TIB vereist een wettelijke basis. In de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen (hierna: Tijdelijke wet) is, vooruitlopende op de algehele herziening van de Wiv 2017, een regeling getroffen om tegen onrechtmatigheidsoordelen van de TIB bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in beroep te gaan. Deze mogelijkheid voor beroep ziet alleen op onderzoeken die binnen de reikwijdte van de Tijdelijke wet vallen, te weten onderzoeken naar landen met een offensief cyberprogramma. In de hoofdlijnennotitie herziening Wiv 2017 hebben onze ambtsvoorgangers het voornemen om de mogelijkheid tot beroep op te nemen in de herziene Wiv met uw Kamer gedeeld.3

De ambtelijke voorbereiding van de herziening van de Wiv is op dit moment in volle gang. Beoogd wordt de herziening van de Wiv af te ronden voor 1 juli 2028. Op die datum komt de Tijdelijke wet te vervallen. Het maken van een aanvullend wetsvoorstel zal significante impact hebben op de beschikbare ambtelijke capaciteit die nu wordt ingezet voor de herziening, en zal daarmee naar verwachting vertraging opleveren voor de realisatie van dat wetsvoorstel. De herziening van de Wiv 2017 blijft onverminderd urgent, omdat met deze herziening wordt beoogd de slagkracht en operationele wendbaarheid van de diensten te versterken.

Gelet op bovenstaande kom ik tot de conclusie dat het niet opportuun is om de mogelijkheid tot beroep voor alle onderzoeken van de diensten versneld te introduceren. Het risico op vertraging voor de herziening van de Wiv is te groot. Er zal immers tijd nodig zijn voor het maken, de behandeling en implementatie van het wetsvoorstel. Daardoor zal de tijdswinst van het versneld mogelijk maken van beroep naar verwachting klein zijn. Zeker gezien het gegeven dat de mogelijkheid tot beroep onderdeel uitmaakt van de herziening van de Wiv.

Mede namens de minister van Defensie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

F. Rijkaart