[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36850-X Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Lijst van vragen

Nummer: 2025D50685, datum: 2025-12-08, bijgewerkt: 2025-12-09 16:44, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z19754:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag houdende een Lijst van vragen

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de Wijziging van de begrotingsstaten van het ministerie van Defensie voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (Kamerstuk 36850 X).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Paternotte

Adjunct-Griffier van de commissie,

Manten

Nr Vraag
1 Hoeveel onderuitputting is er sinds 2020 op de defensiebegroting geconstateerd?
2 Zijn er de laatste vijf jaar bestellingen gedaan bij het bedrijf AIA Systems? Zo ja, kunt u een overzicht geven van datum, bedrag en type systemen?
3 Zijn er de laatste vijf jaar bestellingen gedaan bij Israƫlische wapenbedrijven? Zo ja, kunt u een overzicht geven van datum, bedrag, bedrijf en type systemen?
4 Zijn er de laatste 5 jaar bestellingen gedaan bij Saoedische wapenbedrijven? Zo ja, kunt u een overzicht geven van datum, bedrag, bedrijf en type systemen?
5 Zijn er de laatste vijf jaar bestellingen gedaan bij wapenbedrijven uit de VAE? Zo ja, kunt u een overzicht geven van datum, bedrag, bedrijf en type systemen?
6 Wat zijn de precieze oorzaken van de snellere dan verwachte groei van het personeelsbestand van de Koninklijke Landmacht?
7 Was deze groei van het personeelsbestand het resultaat van specifiek beleid (bijvoorbeeld succesvolle wervingscampagnes of verbeterde retentie) of van onnauwkeurige ramingen bij de oorspronkelijke begroting?
8 Kunt u aangeven of de snellere personeelsgroei bij de Landmacht leidt tot knelpunten bij opleidingscapaciteit, zoals wachtlijsten voor basis- of functieopleidingen?
9 Is de snellere personeelsgroei gelijk verdeeld over alle eenheden en bataljons, of zijn sommige organisatieonderdelen disproportioneel gegroeid?
10 Zijn er onderdelen binnen de Landmacht waar de materiƫle gereedheid achterblijft op het tempo van personele groei, zoals bij voertuigen, uitrusting of munitie?
11 De middelen voor deze groei lijken mede te zijn overgeheveld vanuit het potje 'Nog onverdeeld Prijs'; heeft deze onverwacht snelle groei negatieve gevolgen gehad voor de inrichting, training, of materiƫle voorziening van dit nieuwe personeel, aangezien de middelen voor de bekostiging pas in de tweede suppletoire begroting zijn herschikt?
12 Welk totaalbedrag is uitgegeven aan toelages en andere extra personele kosten voor de Landmacht ten behoeve van de NAVO-top?
13 Kunt u specificeren waarom deze extra personele kosten niet voorzien konden worden in de reguliere begroting?
14 De Marechaussee zag een stijging van de materiĆ«le uitgaven met € 9,6 miljoen en vermeldt dat dit hoofdzakelijk veroorzaakt werd door uitgaven ten behoeve van de afgelopen NAVO-top; om welke specifieke materiĆ«le uitgaven gaat het hier (bijvoorbeeld tijdelijke infrastructuur, specifieke beveiligingsmiddelen, communicatieapparatuur) en waarom konden deze niet eerder worden begroot?
15 Hoe verhoudt de geconstateerde onderbesteding van € 10,2 miljoen bij de KMar en de personele daling bij de Kustwacht CARIB zich tot de actuele en groeiende veiligheidsrisico's die de situatie in Venezuela (migratie, grensincidenten, drugssmokkel) met zich meebrengt voor de Caribische eilanden van het Koninkrijk?
16 Kunt u specificeren welke posten binnen het Caribisch budget precies zijn onderbesteed (personeel, vaaruren, munitie, onderhoud, oefeningen, brandstof, infrastructuur)?
17 Met het oog op de voortdurende politieke en militaire instabiliteit in Venezuela; kunt u aangeven of en hoe deze onderbesteding van het budget voor inzet in het Caribisch gebied de operationele capaciteit van Defensie en de Kustwacht CARIB in dat gebied beĆÆnvloedt ten aanzien van eventuele grensconflicten, drugssmokkel, of migratiestromen?
18 Gezien de Venezolaanse dreiging en de noodzaak tot het tegengaan van irreguliere immigratie en mensensmokkel (door de Kustwacht) en ondermijning (door de KMar); is er een inschatting gemaakt of de feitelijke (lagere) operationele inzet als gevolg van de onderbesteding voldoende is om de veiligheidsstandaarden op de eilanden te handhaven?
19 Enkele fracties hebben als voorwaarde gesteld dat de versterking van Defensie niet ten koste mag gaan van essentiƫle nationale zaken, zoals de betaalbaarheid en instandhouding van de AOW, toegankelijke gezondheidszorg, of de mkb-sector; kunt u garanderen dat het financiƫle gat dat door het PURL-initiatief in 2027 ontstaat, niet opgevangen zal worden middels bezuinigingen of het in gevaar brengen van deze nationale prioriteiten?
20 Kunt u toelichten in hoeverre de nu vrijgemaakte middelen voor OekraĆÆne de implementatie van Nederlandse defensieprojecten vertragen, zoals vervanging van verouderd materieel, munitieopbouw, en versterking van ondersteunende eenheden?
21 Kunt u een volledig overzicht geven van de investeringen die de komende jaren noodzakelijk zijn binnen het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) en aangeven in hoeverre deze projecten mogelijk worden vertraagd of verschoven door het herprioriteren van middelen richting OekraĆÆne?
22 Kunt u toelichten welke NPRD-projecten prioriteit krijgen, en of deze prioriteiten zijn aangepast vanwege de Nederlandse bijdrage aan OekraĆÆne of aan NAVO-verplichtingen?
23 Hoe verhoudt de verwachte bezetting per eind 2025 bij de Koninklijke Landmacht voor burgerpersoneel, reservisten en beroepsmilitairen zich tot de ambitie in de originele begroting 2025? Graag in absolute aantallen (zowel in FTE als aantallen medewerkers) en opgesplitst naar de drie genoemde categorieƫn.
24 Bij de KMar is onderbesteding op de inzet in het Caribisch gebied; wat is de reden dat dit budget nu wordt verlaagd, gezien de recente geopolitieke spanningen in de Cariben?
25 Hoe verhoudt de zin "De extra militaire steun aan OekraĆÆne leidt zelf niet tot vertraging of het niet doorgaan van deze projecten" zich tot de latere passage waarin het kabinet stelt dat het aanwenden van deze onderuitputting ā€œbetekent dat deze niet beschikbaar is voor de in=uittaakstelling, waardoor in de toekomst tegenvallers kunnen ontstaanā€? Ziet u in dat deze twee beweringen financieel niet tegelijk waar kĆŗnnen zijn?
26 Wat is het effect van het gebruiken van de onderuitputting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor de noodzakelijke materiele investeringen en voor de uitvoering van de NAVO-verplichtingen? Is er in de volgende jaren dan voldoende budget?
27 Welke NAVO-capaciteitsdoelstellingen (NATO Capability Targets) worden door deze budgetverschuiving geraakt als de compensatie in 2026 uitblijft?
28 Indien de resterende 1,3 miljard euro eveneens via Defensiebudgetten wordt ingevuld, kan het kabinet dan nog steeds volhouden dat dit ā€œniet leidt tot vertraging van projectenā€?
29 Kunt u toelichten hoe de motie-Kathmann/Nordkamp (Kamerstuk 36592, nr. 18) wordt uitgevoerd? Welke middelen zijn hier voor uitgetrokken?
30 Kunt u toelichten hoe de motie-Kathmann/Nordkamp (Kamerstuk 36592, nr. 19) wordt uitgevoerd? Welke middelen zijn hier voor uitgetrokken?
31 Wat zijn Windfall profits?
32 Waar bestaan de uitgaven en ontvangsten uit?
33 Welke diensten zijn er door EDA niet geleverd en waarom niet?
34 Kunnen de ontvangsten op steun aan OekraĆÆne ook worden herleid naar andere uitgaven?
35 Welke overboekingen worden er gedaan naar andere begrotingen?
36 De ontvangsten uit ā€˜windfall profits’ (€ 100 miljoen) vormen een welkome aanvulling voor de steun aan OekraĆÆne; kunt u toelichten in hoeverre deze incidentele meevaller deel uitmaakt van een structurele Europese financieringsstroom uit bevroren Russische tegoeden, of gaat het om een eenmalige injectie? En welke risico’s ziet u voor de continuĆÆteit van de steun als deze bron zou wegvallen?
37 Het budget voor crisisbeheersingsoperaties wordt met € 40 miljoen verlaagd door onderuitputting; duidt dit op een bewuste strategische verschuiving weg van stabiliteitsmissies (Hoofdtaak 2) richting de verdediging van het eigen grondgebied (Hoofdtaak 1)? Of is de organisatie door personele tekorten niet in staat geweest om de beschikbare middelen voor missies daadwerkelijk operationeel weg te zetten?
38 Hoeveel leggen andere NAVO bondgenoten in op het PURL-initiatief?
39 Waar wordt het bedrag van 815,2 miljoen euro voor internationale organisaties aan uitgegeven?
40 Wat is de reden dat is besloten om deze ontvangsten van 128 miljoen euro in te zetten voor OekraĆÆne?
41 Hoeveel geeft het kabinet dit jaar uit voor steun aan OekraĆÆne?
42 Er wordt € 250 miljoen aan verplichtingenbudget uit 2027 naar voren gehaald voor de ā€˜Prioritized Ukraine Requirement List’ (PURL); getuigt deze versnelling van acute tekorten aan het front die niet via reguliere kanalen konden worden geadresseerd? Hoe verhoudt deze keuze zich tot de eigen gereedstelling en voorraadvorming? En wordt hierbij prioriteit gegeven aan ā€˜off-the-shelf’ verwerving om de benodigde snelheid te borgen?
43 Waaraan wordt de 128 miljoen euro besteed?
44 Waarvoor is het budget internationale veiligheid? En hoeveel is daarvan uitgegeven? Komt de onbenutte 40 miljoen euro te vervallen?
45 De kosten voor gereedstelling bij de Marine stijgen met € 11 miljoen door ā€˜duurdere oefeningen’; is dit het gevolg van inflatie, of is de intensiteit van de oefeningen verhoogd in reactie op de dreiging op zee, zoals de bescherming van vitale infrastructuur op de Noordzee? En betekent ā€˜duurder’ in dit geval dat er per saldo minder gevaren kan worden?
46 Tot hoeveel extra bezetting leidt de 24 miljoen euro voor eigen personeel bij de Landmacht, en bij welke onderdelen?
47 De toelichting spreekt van een ā€˜sneller dan verwachte groei’ van het personeelsbestand bij de Landmacht (€ 24 miljoen extra), terwijl de Stand van Defensie juist een zorgwekkende achterblijvende instroom van militairen toont; kunt u bevestigen dat deze ā€˜groei’ voornamelijk bestaat uit burgerpersoneel en inhuur? Maskeert deze financiĆ«le tegenvaller niet juist het structurele onvermogen om de operationele ā€˜tanden’ van de organisatie te vullen?
48 Er wordt met spoed € 14,6 miljoen vrijgemaakt voor langjarige opleidingscontracten in de VS; houdt deze versnelling verband met verwachte prijsstijgingen of politieke onzekerheid in de VS? En waarom konden deze contracten niet in de reguliere begrotingscyclus worden voorzien?
49 Wat is de reden dat het budget eigen personeel wordt verlaagd en het budget voor externe inhuur wordt verhoogd? Hoe kan het dat het budget voor externe inhuur wordt verdrievoudigd?
50 De uitgaven voor externe inhuur stijgen explosief (o.a. € 15,8 miljoen KMar, € 18,6 miljoen COMMIT); Erkent u dat de afhankelijkheid van externe marktpartijen voor kritieke taken als grensbewaking en IT-infrastructuur een strategisch kwetsbaarheid is geworden, zeker gezien de krapte op de arbeidsmarkt en de noodzaak tot digitale soevereiniteit?
51 De vertraging van het programma Grensverleggende IT (GrIT) leidt wederom tot miljoenen extra kosten aan inhuur en instandhouding van 'legacy' systemen; kunt u concreet maken in hoeverre deze vertraging de transitie naar Informatiegestuurd Optreden (IGO) frustreert en daarmee de slagkracht van de krijgsmacht in een modern conflict direct ondermijnt?
52 Met de overheveling van € 22,8 miljoen naar EZK voor TNO lijkt Defensie directe sturing op defensie-specifiek onderzoek uit handen te geven; hoe wordt geborgd dat in een tijd van snelle technologische proliferatie (drones, AI) de onderzoekscapaciteit exclusief en met voorrang beschikbaar blijft voor de acute operationele noden van de krijgsmacht?
53 Terwijl de operationele commando's kampen met tekorten, groeien de apparaatsuitgaven van het Kerndepartement met € 13,9 miljoen; hoe verhoudt deze uitdijing van de bestuurslaag zich tot de doelstelling om de organisatie 'slimmer en platter' te maken, en draagt deze groei daadwerkelijk bij aan de ondersteuning van de eenheden in het veld?
54 De overheveling van € 26,1 miljoen voor gestegen energie- en waterkosten bij de Marine is fors; wijst dit op achterstallig onderhoud in de verduurzaming van vastgoed en schepen? Maken deze stijgende vaste lasten de 'cost of ownership' van de vloot niet onhoudbaar hoog ten koste van investeringen?