Lijst van vragen over de Kabinetsreactie Periodieke Rapportage Sociale Vooruitgang (Kamerstuk 34124-33)
Beleidsdoorlichting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Lijst van vragen
Nummer: 2025D50679, datum: 2025-12-08, bijgewerkt: 2025-12-09 16:42, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G. Boswijk, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (CDA)
- Mede ondertekenaar: M. Prenger, griffier
Onderdeel van zaak 2025Z20289:
- Indiener: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-11-25 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 13:30: Procedurevergadering Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-12-03 15:00: IOB Periodieke Rapportage Sociale Vooruitgang (geannuleerd) (Technische briefing), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-12-08 16:00: Kabinetsreactie Periodieke Rapportage Sociale Vooruitgang (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (š origineel)
Lijst van vragen
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris Buitenlandse Zaken over de Kabinetsreactie Periodieke Rapportage Sociale Vooruitgang (Kamerstuk 34124, nr. 33).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Boswijk
De griffier van de commissie,
Prenger
| Nr | Vraag |
| 1 | Hoe kijkt u aan tegen de aanbeveling om met name nationale overheden te blijven steunen ten behoeve van het versterken van zorg op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR)? Betekent dit dat nationale overheden meer prioriteit moeten krijgen dan NGOās op dit gebied? |
| 2 | Kunt u toelichten of er op dit moment nog consortia van maatschappelijke organisaties met veel tussenlagen worden gefinancierd? Zo ja, tot wanneer loopt deze financiering? |
| 3 | Kunt u nader toelichten hoe u aanbeveling drie āOntwikkel realistische beleidskaders en programmaās binnen de invloedssfeer van Nederlandā gaat implementeren in de programmering? |
| 4 | Kunt u nader toelichten waarom het percentage binnen het Focus-kader voor dienstverlening is vastgesteld op 30%? |
| 5 | Gelet op de bevinding van de IOB dat flexibele programmaās met omvangrijke budgetten en een lange looptijd positief bijdroegen aan de doelmatigheid: hoe waarborgt het kabinet deze flexibiliteit, nu flexibele fondsen als het Civic Space Fund zijn afgeschaft? Wat doet het kabinet verder met deze aanbeveling? |
| 6 | Gelet op de bevinding van de IOB dat onderwijsprogrammaās relevant waren en aansloten bij de behoeften van de doelgroepen en behoeften in landen: kan het kabinet uitleggen waarom desondanks is gekozen voor afschaffing van het gehele budget voor onderwijs? |
| 7 | Trekt de IOB conclusies over de doeltreffendheid en doelmatigheid van pleiten en beinvloeden in Nederland? Hoe verhoudt het kabinetsbesluit om pleiten en beinvloeden met overheidsgeld in Nederland niet langer toe te staan, zich tot bevindingen van onderzoeken en evaluaties? |
| 8 | Gegeven dat het Focus-kader zich zal inzetten op het formuleren van resultaten en doelen die haalbaar zijn binnen de looptijd van dit kader: erkent het kabinet dat duurzame ontwikkeling een proces van lange adem is? Hoe waarborgt het kabinet dat langetermijndoelen die niet binnen vier jaar behaald kunnen worden, nog steeds gewaarborgd worden? Om wat voor langetermijndoelen gaat dit en hoe worden deze in Focus gewaarborgd? |
| 9 | Gelet op de ambitie die het kabinet in deze brief uitspreekt om verbetering in te brengen in het integreren van vrouwenrechten en gender in beleid en programmering: hoe heeft het afschaffen van het Feministisch Buitenlandbeleid bijgedragen aan deze geambieerde verbetering? |