[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortzetting gesprek met Arriva over de Noordelijke Lijnen naar aanleiding van CBb tussenuitspraak

Spoor: vervoer- en beheerplan

Brief regering

Nummer: 2025D50646, datum: 2025-12-08, bijgewerkt: 2025-12-09 09:49, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29984 -1268 Spoor: vervoer- en beheerplan.

Onderdeel van zaak 2025Z21417:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

In de beroepsprocedure over de gunning van de hoofdrailnetconcessie 2025-2033 (hierna: HRN-concessie) heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in een tussenuitspraak van 9 september jl.1 mij opgedragen om de onderhandelingen met Arriva over de Noordelijke Lijnen met onmiddellijke ingang te hervatten en uiterlijk op 8 december 2025 de uitkomst daarvan aan het College te melden. Ik heb uw Kamer in september jl. per brief2 geïnformeerd over de tussenuitspraak. Met deze brief breng ik uw Kamer op de hoogte van de voortgang van de gesprekken.

Aanloop

Vervoerder Arriva heeft in december 2022 een melding gedaan bij de ACM om per dienstregelingsjaar 2025 op de trajecten Zwolle-Groningen en Zwolle-Leeuwarden stoptreindiensten en een aantal sneltreindiensten in open toegang te gaan rijden. Arriva wilde met deze stoptreindiensten de stoptreinen van de HRN-concessie vervangen. Destijds heeft het ministerie intensieve gesprekken gevoerd met Arriva. Doel was om te bezien of het opentoegangvervoer met een voldoende mate van zekerheid kon voorzien in de vereiste continuïteit voor de reizigers en dat het vervoer gedurende de duur van de HRN-concessie 2025 – 2033 niet zou worden afgeschaald. De toenmalige staatssecretaris heeft eind 2023 geconcludeerd dat opentoegangvervoer, zoals voorgesteld door Arriva, op deze trajecten op dat moment onvoldoende zekerheid gaf voor continuïteit en kwaliteit van de treindiensten. Het kabinet heeft daarop het besluit genomen om de stoptreindiensten onderdeel te laten blijven van de HRN-concessie die aan de NS is gegund.3 Tegelijkertijd is aangegeven dat het ministerie in aanloop naar de midterm review van de HRN-concessie met Arriva in gesprek zou blijven over deze verbindingen.

Gesprekken met Arriva

Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft mijn ministerie contact gezocht met Arriva en een reeks gesprekken gevoerd met Arriva over hun melding uit 2022 voor treindiensten op de Noordelijke Lijnen. Er is gesproken over het aanbod van Arriva uit 2023 en de mate waarin dat nog steeds actueel is. Ontwikkelingen in de afgelopen twee jaar kunnen immers aanleiding geven tot aanpassing van de plannen van Arriva. Eén van die ontwikkelingen is de capaciteit die aan Arriva is toebedeeld om per dienstregelingsjaar 2026 een sneltrein te rijden tussen Zwolle en Groningen. Deze uitbreiding van de hoeveelheid treindiensten was al onderdeel van de melding uit 2022. Met veel belangstelling volg ik de ervaringen met deze sneltrein. Ik zie het als een mooie kans om te zien hoe opentoegangdiensten op het spoor in de praktijk werken.

Bericht aan CBb

Het ministerie en Arriva zijn samen tot de conclusie gekomen dat de tijd tot 8 december te kort is om tot afspraken te komen nu de gesprekken concreter inhoud krijgen. Ik heb vandaag, 8 december 2025, een brief gestuurd aan het CBb waarin ik dit heb gemeld. Ik heb het CBb ook medegedeeld dat ik de gesprekken met Arriva en andere direct belanghebbenden de komende tijd voortzet om tot zorgvuldige besluitvorming te kunnen komen.

Naast Arriva heeft het ministerie de afgelopen periode gesproken met ProRail, concessiehouder NS, de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en Overijssel, en reizigersvereniging Rover. Deze gesprekken gingen over de inpasbaarheid van het aanbod op het spoor, de gevolgen van de eventuele aanpassing van de HRN-concessie en de kijk van de regio en de reiziger. Ook deze gesprekken zullen worden voortgezet.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT - OPENBAAR VERVOER EN MILIEU,

A.A. (Thierry) Aartsen