Uitstel beantwoording vragen van het lid Ceder over het rapport 'De stand van de Jeugdzorg 2025' van de Jeugdautoriteit
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2025D50261, datum: 2025-12-05, bijgewerkt: 2025-12-08 12:26, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-560).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z19858:
- Gericht aan: J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 | Aanhangsel van de Handelingen |
| Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
560
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het rapport «De stand van de Jeugdzorg 2025» van de Jeugdautoriteit (ingezonden 14 november 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Tielen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 december 2025).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport «De stand van de Jeugdzorg 2025» van de Jeugdautoriteit?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat jongeren met bijvoorbeeld stress en een neerslachtig gevoel minstens net zo goed geholpen kunnen worden met andere hulp dan jeugdzorg?
Vraag 3
Hoe reflecteert u op het oordeel dat de overheid onvoldoende kiest wat er nog wel onder de jeugdzorg valt, en welke problemen elders in de maatschappij opgelost moeten worden?
Vraag 4
Bent u bekend met de motie van de leden Ceder en Bruyning over het verwerken van bewezen effectieve voorzieningen in de hervormingsagenda? In hoeverre hebt u de bewezen effectieve voorzieningen die in de motie worden genoemd betrokken en verwerkt in de continuering van de hervormingsagenda, of in hoeverre bent u van plan dat te doen?2
Vraag 5
Kunt u aangeven waardoor het komt dat de landelijke wet die beter afbakent wat er onder de jeugdzorgplicht van gemeenten valt vertraagd is? Wanneer verwacht u dat deze wet naar de Kamer wordt gestuurd?
Vraag 6
Wat is uw reflectie op het oordeel van de Jeugdautoriteit dat het werkelijke probleem van de overbelasting van de jeugdzorg niet een tekort aan geld is, maar dat de maatschappij te veel verwacht van de jeugdzorg?
Vraag 7
Bent u het eens met de Jeugdautoriteit dat het «ongemakkelijke gesprek» over de verwachtingen van de maatschappij richting de Jeugdzorg te weinig wordt gevoerd, waar voormalig Staatssecretaris Van Ooijen ook zijn zorgen over uitte? Op welke manier kan het «ongemakkelijke» gesprek wel gevoerd worden?3
Vraag 8
Bent u bekend met de verschillende oplossingen die gemeenten bieden zodat er voldoende ruimte is voor de jeugdzorg die echt nodig is, zoals de nauwe samenwerking in Woudenberg tussen jeugdzorg, gemeente, onderwijs en de kerk? Wat is uw reflectie op deze werkwijze?
Vraag 9
Op welke manier kan de samenleving een grotere rol worden gegeven als het gaat over de stand van de Jeugdzorg? Welke ideeën hebt u daarvoor?
Vraag 10
Wat gaat u de komende tijd concreet doen om die jongeren zorg te bieden die dat echt nodig hebben?
Mededeling
De vragen van het lid Ceder (CU) over het rapport «De stand van de Jeugdzorg 2025» van de Jeugdautoriteit (2025Z19858) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat de afstemming met stakeholders langer duurt dan verwacht.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.