Preview document (🔗 origineel)

---

29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 959 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 december 2025

Hierbij bied ik u aan de ontwerpregeling houdende wijziging van de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen (Rmg) in verband met het actualiseren van de maximumprijzen voor geneesmiddelen. Voor de inhoud van deze ontwerpregeling verwijs ik u naar de ontwerptoelichting. De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 2, eerste lid, van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp)) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat deze zal worden vastgesteld. Ter voldoening aan artikel 2, eerste lid, van de Wgp wordt de ontwerpregeling ook in de Staatscourant bekend gemaakt om belanghebbenden de gelegenheid te geven om binnen zes weken een zienswijze in te dienen.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt vaststelling niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Gelet op de datum van aanbieding, zal drie vierde deel van deze termijn buiten het kerstreces vallen. Na verwerking van de ontvangen zienswijzen zal deze regeling eind februari 2026 worden vastgesteld. Op deze wijze kunnen betrokkenen zich tijdig voorbereiden op de nieuwe maximumprijzen die met ingang van 1 april 2026 zullen gelden.

Bij deze actualisatie geldt de Tijdelijke beleidsregel maximumprijzen 2024 voor geneesmiddelen met een jaaromzet in Nederland van minder dan € 1 miljoen. Hiermee blijf ik eventuele risico’s op beschikbaarheidsproblemen voor deze geneesmiddelen voorlopig mitigeren in afwachting van een meer bestendige maatregel.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.A. Bruijn

Ontvangen ter Griffie op 4 december
2025.

De voordracht voor de vast te stellen
ministeriële regeling is aan de Kamer
overgelegd tot en met 19 januari 2026.

De voordracht voor de vast te stellen
ministeriële regeling kan niet eerder
worden gedaan dan op 20 januari 2026.

Bij deze termijn is rekening gehouden
met de recesperiode van de Tweede Kamer