[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Piri over het bericht dat Minister Yesilgöz in 2022 KPMG inschakelde en interne juristen omzeilde in de aanpak van de crisis rond Ter Apel

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D47758, datum: 2025-11-21, bijgewerkt: 2025-11-26 09:28, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-437).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z17686:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

437

Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht dat Minister Yesilgöz in 2022 KPMG inschakelde en interne juristen omzeilde in de aanpak van de crisis rond Ter Apel (ingezonden 24 september 2025).

Antwoord van Minister Van Weel (Asiel en Migratie) (ontvangen 21 november 2025).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Hoe Minister Yesilgöz in 2022 KPMG inschakelde en interne juristen omzeild werden in de crisis rond Ter Apel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u het KMPG-rapport inzake «project uitwerking Instroombeperkende maatregelen asiel» afzonderlijk aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Dit departementaal rapport, dat met ondersteuning van KPMG tot stand is gekomen, is toegevoegd aan de beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Koops (Nieuw Sociaal Contract) over het krantenartikel «Hoe Minister Yesilgöz in 2022 KPMG inschakelde en interne juristen omzeild werden in de crisis rond Ter Apel».

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de kosten waren voor het inhuren van KMPG voor deze opdracht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De kosten van de inhuur betroffen € 70.952,90 incl. BTW.

Vraag 4

Kunt u toelichten waarom de Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ) niet is betrokken bij de voorbereiding en vormgeving van de brief van 26 augustus 2022 (Kamerstuk 19 637, nr. 2992) en hierover dus geen advies heeft kunnen uitbrengen?

Antwoord 4

In de snelheid van het proces is DWJZ niet betrokken geweest bij het opstellen van de brief van 26 augustus 2022. Daarbij past de kanttekening dat er als gebruikelijk regelmatig contact was over het asiel- en migratiedossier tussen de beleidsmedewerkers van het – toenmalige – directoraat-generaal Migratie (DGM) en de wetgevingsjuristen van DWJZ. Tussen DWJZ en DGM is over verschillende onderwerpen genoemd in deze brief eerder inhoudelijk contact geweest. Van het willens en wetens passeren van DWJZ door de toenmalige bewindspersonen is dan ook geen sprake.

Vraag 5

Klopt het dat de Minister van J&V in 2022 de hele zomer om meekijken door DWJZ heeft gevraagd bij de opstelling van de brief van 26 augustus 2022, zoals de Minister dat zelf aangeeft en kunt u dat onderbouwen met documenten? Zo ja, hoe rijmt u dat met de volgende opmerking vanuit de directie DWJZ: «Verder zijn wij op geen enkele manier betrokken geweest bij de totstandkoming van deze brief waarin onder meer een wetgevingstraject wordt aangekondigd»?2

Antwoord 5

De toenmalige Minister van Justitie en Veiligheid heeft inderdaad deze opmerking in de kantlijn van het memo van 8 september 2022 geplaatst. Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 4 is er in de periode die vooraf ging aan het opstellen van de brief van 26 augustus 2022 over verschillende onderwerpen uit deze brief inhoudelijk contact geweest tussen DGM en DWJZ. DWJZ is in de snelheid van het proces echter niet, zoals gebruikelijk, betrokken geweest bij het opstellen van de brief. Vandaar dat DWJZ de Minister in het memo van 8 september 2022 heeft geïnformeerd over de juridische consequenties van deze brief.

Vraag 6

Kunt u de onderliggende stukken die hebben geleid tot het niet betrekken van DWJZ bij de brief van 26 augustus 2022 aan de Kamer toedoen komen?

Antwoord 6

Ik ben niet bekend met dergelijk stukken.

Vraag 7

Hoe rijmt u de reactie van het Ministerie van J&V op het NRC-artikel waarbij wordt gesteld dat er geen aanleiding was om de brief voor extra advies voor te leggen aan DWJZ, terwijl de Minister van J&V stelt de hele zomer om meekijken door DWJZ heeft gevraagd bij de opstelling van de brief?

Antwoord 7

Zie de antwoorden op vragen 4 en 5.

Vraag 8

Kunt u het stoplichtdocument, waarbij «het licht voor de nareismaatregel op rood stond», aan de Kamer doen toekomen? En kunt u aangeven waarom dit document niet mee is gestuurd bij de beantwoording van eerdere Kamervragen in 2022 hierover, waarbij expliciet is gevraagd naar de onderliggende juridische analyses van dit besluit?3

Antwoord 8

Het zogenaamde «stoplichtdocument» betrof een ambtelijk concept dat in kleuren duiding gaf aan denkbare maatregelen. Het betrof een eerste concept dat kort daarna is omgezet in een document dat niet langer in kleuren duiding gaf. Het onderdeel over de nareismaatregel van dat laatste document is destijds opgenomen in de bijlage bij de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Kröger en Piri over de intentie om het recht van statushouders op gezinshereniging te beperken.4 Het zogenaamde «stoplichtdocument» is aan de beantwoording toegevoegd.

Vraag 9

Kunt u toelichten waarom het ministerie, ondanks interne juridische adviezen, tegen elke uitspraak in hoger beroep is gegaan en kunt u de onderliggende documenten van dit advies en de documenten die hebben geleid tot deze keuze aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 9

De IND is niet tegen elke negatieve beroepsuitspraak in hoger beroep gegaan die zag op nieuwe maatregelen die genomen waren. De IND is terughoudend als het gaat om instellen van hoger beroep en weegt steeds af of er een zaaksoverstijgend belang is waardoor hoger beroep is aangewezen zoals ook in onderhavige zaken is gedaan.

Vraag 10

Hoe rijmt u, ten aanzien van de maatregel om nareis te beperken tot de referent huisvesting heeft, de uitspraak van de Staatssecretaris van J&V in het debat in 2022 waarbij hij stelde: «En de ambtenaren zeggen niet dat het niet kan, maar ze zeggen heel nadrukkelijk wel dat – ik citeer – de juridische houdbaarheid geen zekerheid is»5, met de volgende constateringen van de ambtenaren, «geen begaanbare juridische weg»6 en «kan niet»7 en de constatering van DWJZ: «juridisch niet te rechtvaardigen»8? En hoe rijmt u de uitspraak van de Staatssecretaris van J&V in het debat met het feit dat in het stoplichtdocument het licht voor de nareismaatregel op rood stond? Is naar uw oordeel de Kamer onjuist of onvolledig geïnformeerd ten aanzien van de haalbaarheid van deze maatregel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Naast de aangehaalde uitspraak van de Staatssecretaris blijken de juridische kanttekeningen die ambtelijk werden geplaatst ook uit de bijlage bij de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Kröger en Piri over de intentie om het recht van statushouders op gezinshereniging te beperken.9 Ik zie dan ook geen reden om vast te stellen dat de Tweede Kamer destijds niet juist en volledig zou zijn geïnformeerd.

Vraag 11

Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden voor het commissiedebat over vreemdelingen- en asielbeleid van 2 oktober 2025?

Antwoord 11

De beantwoording is zo spoedig mogelijk naar de Tweede Kamer gestuurd.