Wapenexportcontrole Israël - herbeoordeling uit- en doorvoer F-35 onderdelen
Wapenexportbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D46598, datum: 2025-11-14, bijgewerkt: 2025-11-25 08:46, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22054-469).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -469 Wapenexportbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z19890:
- Indiener: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- : Wapenexportbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-11-19 14:55: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 13:30: Procedurevergadering Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 469 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2025
Op vrijdag 3 oktober jl. heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de cassatieprocedure van de Staat der Nederlanden tegen Oxfam Novib c.s. over de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël. Over deze uitspraak is uw Kamer op 6 oktober jl. per brief geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 466). Conform toezegging aan uw Kamer informeren wij u met voorliggende brief over de opvolging van de uitspraak.
Zoals toegelicht in voorgenoemde brief heeft de Hoge Raad de Staat bevolen om de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen naar Israël opnieuw te beoordelen. Die herbeoordeling heeft plaatsgevonden aan de hand van de op dit moment geldende omstandigheden.
Op 10 oktober, een week na de uitspraak van de Hoge Raad, is onder bemiddeling van de VS en landen uit de regio een staakt-het-vuren (SHV) tot stand gekomen tussen Israël en Hamas. Het SHV is fragiel maar houdt voorlopig stand. Israël en Hamas hebben zich daaraan gecommitteerd. Ook worden meerdere internationale structuren opgetuigd om het SHV verder te bestendigen – zoals het door de Verenigde Staten geleide Civil-Military Coordination Center (CMCC) en de nog op te richten International Stabilization Force (ISF) voor Gaza, waarover op dit moment in de VN-Veiligheidsraad wordt onderhandeld. Onderwijl worden de gesprekken over fase twee van het vredesplan voortgezet.
Gelet op deze zeer recente ontwikkelingen rondom het SHV en de verdere uitwerking van het vredesplan, is er sinds de uitspraak van de Hoge Raad sprake van een nieuwe situatie op de grond, die de basis dient te vormen voor de nieuwe toetsing. Het kabinet acht evenwel een periode van één maand te beperkt om een sluitend oordeel te kunnen vellen over de duurzaamheid van het bestand.
Het kabinet besluit daarom tot een volgende herbeoordeling binnen een uiterlijke termijn van zes maanden. Het kabinet besluit tevens op grond van de gedane herbeoordeling de uitsluiting van Israël als eindbestemming voor de algemene vergunning AV009 te handhaven.
Het bevel van de Hoge Raad en in het verlengde daarvan de uitgevoerde herbeoordeling ziet niet op de uit- en doorvoer van F-35 onderdelen vanuit Nederland naar andere landen. Het kabinet wil hierbij nog benadrukken dat het F-35-toestel voor de veiligheid van Nederland en bondgenoten van cruciaal belang is. Het kabinet zal zich daarom blijven inzetten voor een duurzame Nederlandse deelname aan het F-35 programma en de Nederlandse positionering binnen de trans-Atlantische en Europese defensie-industrie.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel