De berichtgeving van de ACM dat boodschappen in Nederlandse supermarkten duurder zijn dan in omringende landen.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D40273, datum: 2025-09-19, bijgewerkt: 2025-09-24 12:57, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z17316).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.C.H.M. Verouden, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z17316:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: E. Heinen, minister van Financiën
- Indiener: V.C.H.M. Verouden, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z17316
Vragen van het lid Verouden (Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Financiën en van Economische Zaken over de berichtgeving van de ACM dat boodschappen in Nederlandse supermarkten duurder zijn dan in omringende landen (ingezonden 19 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichtgeving dat de ACM een onderzoek is gestart naar de prijzen van levensmiddelen en andere producten in Nederlandse supermarkten, omdat er signalen zijn dat deze hoger liggen dan in omringende landen?1
Vraag 2
Deelt u de analyse dat disfunctionele markten, gebrek aan transparantie en onvoldoende concurrentie structureel leiden tot hogere prijzen en daarmee de koopkracht en bestaanszekerheid van huishoudens aantasten?
Vraag 3
Klopt het dat de ACM in het kader van het prijsonderzoek ook nagaat of leveranciers van A-merken hogere inkoopprijzen vragen aan Nederlandse supermarkten dan aan supermarkten in andere landen?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat er signalen zijn dat supermarkten door zogenoemde «territoriale leveringsbeperkingen» worden verhinderd om in goedkopere buitenlandse markten in te kopen, waardoor Nederlandse consumenten structureel hogere prijzen betalen?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het risico dat zulke beperkingen of prijsafspraken leiden tot misbruik van marktmacht en een gebrek aan effectieve concurrentie in de levensmiddelenmarkt?
Vraag 6
Zal het onderzoek ook de vraag beantwoorden in welke mate bedrijfstakconsolidatie in de afgelopen jaren (door fusies en overnames) tot hogere prijzen heeft geleid, op het niveau van de producenten dan wel op het niveau van de supermarkten?
Vraag 7
Bent u bekend met initiatieven in omliggende landen zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waar op regelmatige basis marktmonitoring plaatsvindt en mededingingsautoriteiten ook daadwerkelijk de bevoegdheid hebben om in te grijpen (zoals de New Competition Tool in de EU-discussie)? Acht u een vergelijkbare systematiek in Nederland wenselijk?
Vraag 8
Acht u het normaal dat er grote prijsverschillen bestaan tussen exact dezelfde producten in Nederland en buurlanden, en acht u aanvullende regulering noodzakelijk?
Vraag 9
Erkent u dat hogere prijzen voor levensmiddelen in Nederland ook bijdragen aan een kunstmatig hoger inflatiecijfer en dus direct de koopkracht van huishoudens aantasten?
Vraag 10
In april van dit jaar stelden Kamerleden Omtzigt c.s. de initiatiefnota Minder inflatie, meer bestaanszekerheid voor, met concrete voorstellen om problemen op de markt aan te pakken en ervoor te zorgen dat boodschappen en andere essentiële goederen betaalbaar blijven. Kunt u bevestigen dat het kabinet minstens twee weken voor de verkiezingen met een reactie zal komen op elk van de aanbevelingen?2
Vraag 11
Bent u bereid de Kamer voorafgaand aan het debat over hoge inflatie in Nederland aankomende woensdag, 24 september 2025, schriftelijk te informeren over:
de precieze onderzoeksvragen van de ACM;
de rol die uw ministeries hierbij spelen;
de mogelijkheden voor tussentijdse maatregelen indien de signalen van te hoge prijzen bevestigd worden?