[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorgestelde Raadsbesluiten - overeenkomst inzake de interpretatie van het Energiehandvestverdrag (ECT)

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D29298, datum: 2025-06-20, bijgewerkt: 2025-08-13 10:18, versie: 3 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-4087).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4087 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z12923:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 4087 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2025

Graag informeer ik uw Kamer over twee concept-Raadsbesluiten1 die zien op de ondertekening door de EU respectievelijk Euratom van een juridisch bindende overeenkomst betreffende de interpretatie en toepassing binnen de EU van het Energiehandvestverdrag (Energy Charter Treaty, het «ECT»). In deze brief wordt ingegaan op de achtergrond en inhoud van de voorstellen, appreciatie, en het standpunt dat het kabinet zal innemen bij besluitvorming in de Raad.

Achtergrond en inhoud

Deze concept-Raadsbesluiten volgen op eerdere uitspraken van het Europees Hof van Justitie.2 Het Hof oordeelde dat intra-EU-arbitrage tussen een investeerder uit een EU-lidstaat enerzijds en een andere EU-lidstaat anderzijds in strijd is met Europees recht. Ook oordeelde het Hof dat de arbitragebepaling (artikel 26(2)(c)) uit het ECT niet van toepassing is op intra-EU geschillen. Desondanks zijn er nog steeds arbitragetribunalen die deze jurisprudentie naast zich neerleggen en EU-investeerders die een intra-EU-geschil starten tegen een EU-lidstaat op grond van het ECT ontvankelijk verklaren.

Tegen deze achtergrond hebben de EU-lidstaten en de Europese Commissie onderhandeld over een juridisch bindend instrument dat de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie bevestigt.3 Dat heeft geleid tot een overeenkomst. Hierin bevestigen de partijen hun gemeenschappelijke interpretatie dat artikel 26 ECT niet van toepassing is en nooit had mogen worden toegepast als grondslag voor intra-EU-arbitrageprocedures.

De onderhandelingen over deze overeenkomst zijn in juni 2024 afgerond. Om toe te treden tot de overeenkomst zullen de EU-lidstaten afzonderlijk hun gebruikelijke nationale goedkeuringsprocedures voor toetreding doorlopen. Aangezien de EU en Euratom ook partij zijn bij het ECT,4 zullen zij ook partij worden bij deze intra-EU overeenkomst over de toepassing van het ECT binnen de EU. De Commissie heeft daarom twee voorstellen voor Raadsbesluiten gedeeld die zien op de ondertekening en goedkeuring van de Overeenkomst door de EU respectievelijk Euratom.

Kabinetsappreciatie van de voorstellen voor Raadsbesluit en verdere besluitvorming

Het kabinet verwelkomt de overeenkomst. Nederland onderschrijft de interpretatie die in de overeenkomst wordt gegeven aan het ECT, en in het bijzonder aan artikel 26 ECT. Ook Nederland meent dat, in lijn met de EU rechtspraak, dit artikel geen grondslag kan bieden voor arbitrage van een intra-EU geschil. Met de overeenkomst wordt de uitleg van artikel 26 ECT van de EU en de lidstaten herbevestigd in een verdrag.

Het kabinet verwelkomt de voorstellen voor de Raadsbesluiten, die de EU en Euratom in staat stellen om de Overeenkomst te ondertekenen en goed te keuren. De verwachting is dat de voorstellen binnenkort worden behandeld in COREPER en vervolgens ter besluitvorming worden aangeboden aan de Raad. Het kabinet is voornemens om met de besluiten in te stemmen.

Tevens informeer ik uw Kamer hierbij dat het kabinet wenst dat ook Nederland partij wordt bij de overeenkomst. De parlementaire goedkeuringsstukken hiervoor zijn momenteel in voorbereiding.

De Staatssecretaris Buitenlandse Zaken,
J.C. Boerma