Open Science NL versnelt transitie naar open science
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D12895, datum: 2023-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-1027).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- NPOS Open Science 2030 in the Netherlands
- Beslisnota bij Kamerbrief inzake Open Science NL versnelt transitie naar open science
- Beslisnota bij Kamerbrief inzake Open Science NL versnelt transitie naar open science
- Convenant Regieorgaan Open Science
Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -1027 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z05478:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-04-04 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-06 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-04-18 17:30: Wetenschapsbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2022-2023 |
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 1027 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2023
Voor het oplossen van de grote uitdagingen waarvoor de wereld staat, is het van cruciaal belang dat de resultaten van onderzoek en wetenschap vrij toegankelijk zijn. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het nog niet altijd: de toegang tot (publiek gefinancierd) onderzoek wordt regelmatig beperkt. Dat is onwenselijk, omdat dit zorgt voor ongelijkheden in de toegang tot kennis. Iedere geïnteresseerde zou de mogelijkheid moeten hebben om wetenschappelijke resultaten in te zien en daarop voort te bouwen. Dit komt het vertrouwen in de wetenschap ten goede en zorgt voor een verbeterde verbinding tussen wetenschappers en de maatschappij.
Het zo open mogelijk beschikbaar maken van wetenschap, zowel het onderzoeksproces zelf als de uiteindelijke resultaten, wordt gevat in de transitie naar open science. Ik zie open science als een belangrijke kernwaarde in onderzoek. In de beleidsbrief hoger onderwijs en wetenschap, van 17 juni jl.1, ben ik ingegaan op de kabinetsambities voor het hoger onderwijs en de wetenschap en heb ik de concrete beleidsopties en investeringen voor deze kabinetsperiode uiteengezet. Ik heb in die brief ook investeringen in open science aangekondigd, een totaal van € 184 miljoen voor tien jaar (t/m 2031), de looptijd van het fonds voor Onderzoek en Wetenschap.2 Daarmee geef ik invulling aan de brede kabinetsambitie om open science de norm te maken in Nederland.3
Vandaag heb ik een convenant4 ondertekend, samen met open science partners NWO, UNL, NFU, VH, SURF, KNAW, NWO-I, ZonMw, UKB, KB, DANS, Netherlands eScience Center, 4TUResearchData, Health-RI en SHB. Daarin spreken alle partijen af dat zij, bovenop de open science-inspanningen die zij al leveren, ook op landelijk niveau gaan samenwerken om de transitie naar open science te versnellen. Deze samenwerking krijgt vorm via een tijdelijk regieorgaan tot 2031 (hierna «Open Science NL»), dat de beschikking krijgt over de open science-middelen uit het fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Met de ondertekening van het convenant is Open Science NL officieel gelanceerd.
In deze brief informeer ik uw Kamer over:
1. Open science als norm voor onderzoek en wetenschap;
2. De nationale en internationale voortgang op open science;
3. De rol van Open Science NL in de transitie naar open science; en
4. De werkwijze van Open Science NL.
In de bijlagen van deze brief treft uw Kamer het convenant van het regieorgaan Open Science NL en het NPOS 2030 Ambitiedocument en Rolling Agenda.
1. Open science als norm voor onderzoek en wetenschap
Wanneer resultaten van onderzoek niet vrij beschikbaar zijn, hindert dit de vooruitgang in onze samenleving. Hoewel dit vaak goed gaat, zit kennis die voortkomt uit publiek gefinancierd onderzoek nog te vaak achter een betaalmuur of worden onderzoeksdata niet zorgvuldig genoeg verzameld, opgeslagen of beheerd. Open science5 doorbreekt zulke barrières en zorgt ervoor dat de vele vormen van wetenschappelijke kennis6 wel openlijk beschikbaar, benaderbaar en herbruikbaar worden. Dat is ook principieel van belang, omdat onderzoek dat met publieke middelen is gefinancierd beschikbaar hoort te zijn voor de samenleving.
De wetenschap, de maatschappij én het bedrijfsleven profiteren van open science. Open samenwerking kan namelijk leiden tot snellere wetenschappelijke doorbraken, innovaties en grotere maatschappelijke impact.7 Doordat onderzoekers transparant zijn over hun werkwijze en gebruikte data, wordt de wetenschap als geheel toegankelijker en controleerbaarder. Een mooi voorbeeld daarvan hebben we gezien bij de uitbraak van de coronapandemie, toen er vele (wereldwijde) initiatieven op gang kwamen om onderzoeksdata aan elkaar ter beschikking te stellen.8 Mede door de vereende krachten waarmee onderzoekers in de eerste maanden van 2020 samenwerkten en data deelden, was het mogelijk om vaccins en andere behandelingen te ontwikkelen. De urgentie die toen werd gevoeld zou op elk moment moeten gelden. We weten immers nooit wanneer het hebben van toegang tot bepaalde kennis allesbepalend wordt.
Open science wordt in beleid vaak vertaald in drie grove doelstellingen, namelijk: a) open access, het gratis beschikbaar stellen van wetenschappelijke publicaties, b) het vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar (FAIR)9 maken van onderzoeksdata en -software en c) het vergroten van de publieke betrokkenheid bij wetenschap. Bij het behalen van deze doelstellingen is het breder erkennen en waarderen van wetenschappers ook belangrijk10, zodat de inspanningen om op een open manier te werken daadwerkelijk worden gewaardeerd en beloond.
Open science en Kennisveiligheid
In het coalitieakkoord staat dat open science de norm wordt, mits de nationale veiligheid daarbij niet in het geding komt. Ik vind het daarom belangrijk om te benadrukken dat het beschermen van kennis vooral van toepassing is op de data-kant van open science. Open science betekent in die context beslist niet dat gevoelige data open wordt gedeeld. Hierbij geldt het in EU-verband afgesproken principe «as open as possible, as closed as necessary». Er wordt rekening gehouden met beperkende toegangsregimes die nodig zijn vanwege (staats-) veiligheids- en concurrentiemotieven, intellectuele eigendomsrechten, privacybescherming, en andere legitieme belangen.11 Universiteiten en financiers als NWO, ZonMw en ook de Europese Commissie, hanteren grotendeels dezelfde waarborgen en uitzonderingsgronden. Als waarborg geldt bijvoorbeeld dat onderzoekers, wanneer zij een data management plan (DMP) opstellen, erop worden gewezen dat zij zeer zorgvuldig met hun data moeten omgaan en dat gevoelige data niet mogen worden gedeeld. In Nederland geldt dat onderzoekers en onderzoeksinstellingen zich ook expliciet moeten houden aan de Nederlandse kabinetsaanpak kennisveiligheid12, waarin het beschermen van gevoelige informatie centraal staat.
In dit kader staan drie verschillende voorbeelden die de kracht van open science illustreren:
|
2. Nationale en internationale voortgang op open science
De urgentie van open science blijkt ook uit artikel 27 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In dat artikel staat namelijk dat «een ieder het recht heeft (...) om deel te nemen aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan te plukken».13 Het is daarom ook niet verwonderlijk dat open science al langere tijd een prioriteit is van het kabinet.14
In 2016 kreeg open science in Nederland en in de Europese Unie momentum toen, onder Nederlands EU-voorzitterschap, de politieke ambitie van 100% open access in Raadsconclusies15 werd vastgelegd. Dat heeft direct geleid tot vooruitgang, bijvoorbeeld doordat het veld zich daarna heeft georganiseerd in het Nationaal Programma Open Science (NPOS).16 In die samenstelling kwam er een Nationaal Plan Open Science en is er in 2018 een Nationaal Coördinator Open Science aangesteld.
Door deze inzet is er gestaag voortgang geboekt in de transitie naar open science. Het percentage wetenschappelijke artikelen dat in Nederland open access beschikbaar is, is bijna verdubbeld. Waar de nulmeting van UNL in 2016 aangaf dat 42% van de artikelen open access beschikbaar was, was dat in de laatste meting van 2021 in totaal 82%.17 Hiermee is Nederland al jarenlang een van de koplopers in de wereld.18 Ook aan het FAIR maken van onderzoeksdata wordt in Nederland veel gedaan. Zo zijn de internationaal erkende FAIR-principes het resultaat van een in Nederland georganiseerde workshop bij het Lorenz Centre. Universiteiten investeren volop in het aanstellen en opleiden van een professionele gemeenschap van datastewards en er zijn lokale en thematische digital competence centers (DCC’s) ingericht. Die DCC’s ondersteunen onderzoekers bij het open en FAIR maken van onderzoeksdata. In de afgelopen jaren zijn er bovendien «communities» gevormd die zich richten op publieke betrokkenheid. In deze «communities» wordt onderzoek gedaan in zeer nauwe samenwerking met niet-wetenschappers en de uiteindelijke resultaten worden ook met een zeer breed publiek gedeeld.
Naast de bovenstaande nationale ontwikkelingen is er ook toenemend internationaal commitment. Dat is van cruciaal belang, omdat het systeem van onderzoek en wetenschap per definitie internationaal is en de transitie daarom internationale samenwerking vergt. Dit commitment vertaalt zich onder andere in volgende stappen, waaraan Nederland een actieve bijdrage levert:
• In EU-verband19 is open science de standaard werkmethode en een voorwaarde voor alle onderzoeksprojecten die gefinancierd worden door Horizon Europe, het onderzoek- en innovatieprogramma van de EU;
• Ook worden er binnen de EU open science-infrastructuren en overlegfora opgezet, zoals de European Open Science Cloud (EOSC)20 en de Council for National Open Science Coördination (CoNOSC).21
• Het huidige Zweedse EU-voorzitterschap wil, in navolging van het Nederlandse en Franse EU-voorzitterschap in respectievelijk 2016 en 2022, komen tot Raadsconclusies over open access;
• Binnen de OESO hebben de 38 OESO-lidstaten in 2021 de Recommendation on Access to Research Data from Public Funding22 aangenomen, die nu in de implementatiefase zit. Doel van de aanbeveling is om lidstaten te begeleiden bij het verbeteren van de toegang tot publiek gefinancierde onderzoeksdata.
• De 193 UNESCO-lidstaten hebben in 2021 de wereldwijde Recommendation on Open Science23 aangenomen die nu, net als de OESO-aanbeveling, wordt geïmplementeerd. In deze aanbeveling hebben lidstaten gedeelde waarden geïdentificeerd en concrete stappen vastgelegd om open science te bewerkstellingen.
• De VS hebben op 19 januari 2023 concrete acties aangekondigd om open science te bevorderen.24 Die acties betreffen onder andere het verbeteren van onderzoeksinfrastructuren, het vergroten van publieke betrokkenheid bij wetenschap en het verschaffen van gratis toegang tot onderzoek dat met publieke middelen is betaald.
3. Open Science NL maakt versnelling van transitie mogelijk
Om de kabinetsambitie te kunnen waarmaken, is het belangrijk dat de transitie naar open science wordt versneld. Die versnelling wordt onder andere gerealiseerd door de oprichting van het regieorgaan Open Science NL25, dat in de organisatiestructuur van NWO wordt ondergebracht.26 Volgens het convenant krijgt de nieuwe organisatie vier hoofdtaken:
1. het identificeren, prioriteren en financieren van tijdelijke initiatieven en projecten, gericht op duurzame verankering van open science in Nederland;
2. het monitoren en evalueren van de voortgang op open science in Nederland;
3. het bieden van een forum voor het delen van kennis; en
4. het faciliteren van een bestuurlijk overleg, gericht op samenwerking en collectieve regie over de nationale open science-agenda en aansluiting op internationale initiatieven.
Naast de hierboven genoemde taken heeft Open Science NL als meerwaarde dat alle betrokken partijen hiermee hun gezamenlijke commitment voor open science vastleggen. Dat is belangrijk, omdat de transitie voor het grootste deel wordt gerealiseerd door de betrokken organisaties zelf27, waarbij het Open Science NL een belangrijke faciliterende en katalyserende rol speelt. De organisaties zullen zelf doorgaan met het inbedden van open science in de eigen organisaties. Met de extra financiering via Open Science NL kunnen projecten worden gefinancierd die niet direct door een individuele instelling kunnen worden gedragen, een instellingsoverstijgende reikwijdte hebben of waarvoor de startfinanciering momenteel nog ontbreekt. Van die projecten en de daaropvolgende kennisdeling profiteren vervolgens alle betrokken partijen.
4. Werkwijze van Open Science NL
In de afgelopen periode heeft NWO een kwartiermaker aangesteld om Open Science NL op te starten. De organisatie krijgt een eigen ondersteunend bureau en een onafhankelijk bestuur, waarin verschillende organisaties, perspectieven en (diverse) achtergronden vertegenwoordigd zijn. Dat is belangrijk, omdat de transitie naar open science door het gehele veld gezamenlijk wordt vormgegeven en vele organisaties daarin hun eigen bijdrage hebben.
Het onafhankelijke bestuur van Open Science NL beslist uiteindelijk over welke open science-initiatieven financiering ontvangen, maar het 2030 Ambitiedocument en de Rolling Agenda28 van het NPOS vormen daarbij een zeer belangrijke leidraad. Het Ambitiedocument en de Rolling Agenda beschrijven de plannen die de Nederlandse kennisinstellingen hebben om open science in 2030 de norm te maken. Die plannen richten zich bijvoorbeeld op het verbeteren van ondersteuning en training, het verder versterken van «communities», zodat mensen van elkaar kunnen leren en het waarborgen dat onderzoeksinfrastructuren open science ook echt mogelijk maken. Concreet zou Open Science NL kunnen investeren in een nationaal opleidings- en trainingsprogramma voor datastewards, het zou non-profit open access initiatieven29 een impuls kunnen geven en het zou digitale infrastructuren kunnen financieren (bijvoorbeeld hubs voor training en educatie) die specifieke ondersteuning bieden bij het vergroten van de publieke betrokkenheid bij wetenschap.
De ambities in het NPOS-plan worden breed gedragen en zijn tot stand gekomen met medewerking en (open) consultatie van zeer velen in alle geledingen van universiteiten, hogescholen en andere organisaties, zoals o.a. NWO, UNL, NFU, SURF, de Koninklijke Bibliotheek, het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), Data Archiving and Networked Services (DANS) en het Netherlands eScience Center.
Monitoring en evaluatie
In het convenant van Open Science NL is afgesproken dat de organisatie tussentijds zal worden geëvalueerd. Dat gebeurt in 2025, in 2029 en in 2031 (de eindevaluatie). De uitkomsten van de evaluaties zullen met OCW als opdrachtgever worden besproken en met uw Kamer worden gedeeld. Daarnaast zal ik uw Kamer jaarlijks informeren over de brede voortgang op open science in Nederland.
Tot slot
In deze brief ben ik ingegaan op de gezette stappen op open science in Nederland, waarin de lancering van Open Science NL een belangrijke mijlpaal is. Deze inspanningen zullen, in combinatie met de vele initiatieven die het veld momenteel al mogelijk maakt, verder bijdragen aan het verankeren van open science als norm in Nederland en het versterken van onze internationale koploperspositie. Daarbij kunnen we niet zonder de al langer lopende inzet en toewijding van de instellingen en de gehele open science-community in Nederland. Ik wil alle betrokkenen hartelijk danken voor hun inzet en hen oproepen die prachtige initiatieven met hetzelfde enthousiasme te blijven voortzetten.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf