[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Eurogroep en de Ecofin Raad van 11 en 12 juli 2011

Bijlage

Nummer: 2011D38038, datum: 2011-07-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de vergadering van de Eurogroep en Ecofin Raad van 11 en 12 juli 2011 (2011D38037)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de Eurogroep en de Ecofin Raad van 11 en 12 juli 2011

De Eurogroep van 11 juni stond vooral in het teken van Griekenland. In
de Ecofin Raad nam de Raad conclusies aan over de
buitensporigtekortprocedure en werd de procedure tegen Finland
geabrogeerd. Daarnaast discussieerde de Raad over de
Spaartegoedenrichtlijn, de stress testen en stonden ministers stil bij
het Poolse werkprogramma voor het aankomende halfjaar. Men blikte terug
op de Europese Raad van juni en de G20 vergadering op deputies niveau
van 8 en 9 juli, jl. En marge van de vergadering tekenden de ministers
van Financien het ESM verdrag; besluitvorming over dit verdrag was reeds
afgerond bij de Europese Raad van juni. Na afloop van de Ecofin Raad
vond tevens de FEMIP jaarvergadering plaats. 

Eurogroep

Op 2 juli werd door de Eurogroep bevestigd dat op 15 juli kon worden
overgegaan tot vrijgave van de vijfde leningentranche uit het bestaande
programma aan Griekenland. Ook de Board van het IMF bevestigde dit
afgelopen vrijdag in zijn Board meeting. 

Tijdens de Eurogroep van 11 juli werd wederom gesproken over
Griekenland. De Eurogroep sprak onder meer over de belangrijkste
parameters van een aanvullend meerjarig programma voor Griekenland dat
zal voortbouwen op de sterke committering aan begrotingsconsolidatie,
groeiversterkende structurele maatregelen en een grootschalige
privatisering van staatseigendommen. Belangrijk zijn de recente stappen
die hierin reeds zijn gezet, zoals versteviging van de
monitoringsmechanismen van het programma en de nominatie van de Board
van het privatiseringsagentschap waarin ook twee observanten namens de
eurolanden en de Europese Commissie zullen plaatsnemen. Hoewel de
belangrijkste verantwoordelijkheid voor het aanpakken en oplossen van de
Griekse crisis bij Griekenland zelf ligt, erkende de Eurogroep dat er -
met het oog op de financiele stabiliteit in het eurogebied - een
noodzaak bestaat voor een bredere beleidsrespons om de regering te
steunen in zijn streven de schuldhoudbaarheid kracht bij te zetten. 

In de context van een bredere discussie over de eurozone, is uiteraard
ook gesproken over de huidige situatie in Italie. De directe aanleiding
was de reactie op de markten, nadat er twijfels waren ontstaan over de
budgettaire situatie in Italie. Duidelijk is dat Italie moet doorpakken
en de noodzakelijke consolidatiemaatregelen moet treffen. Het weer op
orde brengen van de overheidsfinancien is essentieel voor Italie maar
draagt ook bij aan de financiele stabiliteit in de eurozone. Italie
heeft daartoe ook concrete stappen aangekondigd. Ministers benadrukten
dat de situatie van Italie volstrekt onvergelijkbaar is met die van de
programmalanden.

Ministers van Financien van het eurogebied onderstreepten nogmaals het
belang van die financiele stabiliteit. Zij zullen daarom de komende tijd
voorstellen beoordelen die erop gericht zijn de weerbaarheid van het
eurogebied tegen besmettingsrisico's te vergroten. Daarbij wordt
ondermeer gekeken naar de reikwijdte van het EFSF en de mogelijkheden
tot het flexibiliseren van het EFSF. Ook zal worden gekeken naar het
verlengen van de looptijden en het verlagen van de rente op leningen.
Hiertoe zijn nog geen besluiten genomen; er worden eerst voorstellen
gedaan. Nederland heeft nogmaals gemarkeerd dat het - om de risico's van
besmetting tegen te gaan - uitermate belangrijk is dat landen hun
openbare financien op orde brengen en de hoge schuldposities zo snel
mogelijk afbouwen. In het verlengde daarvan heeft Nederland benadrukt
dat er zeer snel met het Europese Parlement een akkoord moet worden
bereikt over de economic governance zodat de versterkte governance
zonder uitstel van kracht kan worden. Dit is ook in de verklaring van de
Eurogroep opgenomen.

De Eurogroep verwelkomde nadere voorstellen van de private sector om
vrijwillig bij te dragen aan de financiering van een aanvullend
programma voor Griekenland. Daarbij liet de ECB expliciet zijn standpunt
optekenen dat zowel een `credit event' als een downgrade van de Griekse
rating naar `selective default' vermeden zou moeten worden. Om de
huidige beleidsrespons t.a.v. de crisis in Griekenland te versterken en
de weerbaarheid van de eurozone tegen besmettingsrisico's te vergroten,
heeft de Eurogroep aan de Eurogroup Working Group (EWG) nu een breed
mandaat gegeven om verschillende oplossingen te onderzoeken en daartoe
voorstellen te doen. In de context van een bredere strategie zal de EWG
kijken naar de mogelijkheden voor financiering van het aanvullende
meerjarige programma voor Griekenland. Hierbij hoort een uitgebreide
inventarisatie van de mogelijkheden om de private sector te betrekken.
Daarbij zal ook worden gekeken naar voorstellen die niet perse een
selective default uitsluiten. Verder zullen mogelijkheden worden
onderzocht om de rentekosten voor Griekenland te verlagen en de
houdbaarheid van de Griekse schuld te ondersteunen. Dit zal vervolgens
de basis moeten vormen voor de Eurogroep om tot overeenkomst te komen
over de belangrijkste elementen en de financiering van een aanvullend
programma voor Griekenland.  

Voor Nederland geldt een aantal voorwaarden als het gaat om aanvullende
financiering aan Griekenland. Zo moet er sprake zijn van een uitermate
streng beleidsprogramma met geloofwaardige, onomkeerbare en ambitieuze
privatisering, volledige betrokkenheid van het IMF en een substantiele
bijdrage van de private sector. Ten aanzien van dat laatste gaf minister
de Jager reeds aan dat ten behoeve van het doel, te weten het bereiken
van substantiele betrokkenheid van de private sector, een breed scala
aan middelen moet worden verkend. Hierbij is benadrukt dat niet het te
kiezen middel of instrument voor Nederland van belang is maar de
uitkomst dat er minder publiek geld nodig is voor het aanvullende
programma. Uiteraard verdient een vrijwillige vorm van betrokkenheid van
de private sector de voorkeur; dat is dan ook de basis van waaruit wordt
gewerkt. Wel lijkt het er sterk op dat de rating bureaus elke
substantiele betrokkenheid van de private sector, zowel vrijwillig als
gedwongen, als een rating event beschouwen. In die zin kan substantiele
betrokkenheid, vanuit de rating agencies bezien, dus mogelijk niet
geheel vrijwillig zijn. Dat staat echter geenszins in de weg dat de
banken zelf aan een oplossing meewerken en er met hen overeenstemming
wordt bereikt over een vorm van private sector betrokkenheid. Dat is de
definitie van vrijwilligheid zoals wij die in de verklaring van de
Eurogroep hebben bedoeld en op basis van die verklaring wordt nog steeds
gewerkt. Ook dit heeft minister De Jager namens Nederland benadrukt in
de Eurogroep net als op eerdere gelegenheden vorige week en net als in
de Tweede Kamer.

Over de exacte omvang van een aanvullend programma voor Griekenland,
evenals over de financieringsstrategie kan nu nog geen uitsluitsel
worden gegeven. Zoals in het debat met de Tweede Kamer meermaals is
aangegeven, zal voordat er een definitief besluit wordt genomen over een
aanvullend programma aan Griekenland, de Tweede Kamer expliciet de
gelegenheid worden gegeven zich hierover uit te spreken. 

Werkprogramma Pools voorzitterschap

Polen heeft per 1 juli het halfjaarlijks roulerend voorzitterschap van
de Raad van Ministers overgenomen. Tijdens de Ecofin Raad presenteerde
de nieuwe voorzitter het werkprogramma voor het komende half jaar dat
met name in het teken staat van de preventieve en crisismaatregelen die
reeds in gang zijn gezet in antwoord op de huidige financiele en
economische crisis. Dit betreft maatregelen, en de implementatie
daarvan, voor een verbeterde economic governance; zoals de versterking
van het Stabiliteits- en Groeipact, minimumeisen aan nationale
begrotingsraamwerken en de oprichting van een procedure voor de omgang
met macro-economische onevenwichtigheden. Daarnaast zal onder het Poolse
voorzitterschap ook het tweede halfjaar van het Europees Semester
begeleid worden en zal een begin gemaakt worden met de nationale
ratificatieprocedures van het Verdrag voor het Europees
Stabiliteitsmechanisme (ESM-verdrag). Ook zullen onder het Poolse
voorzitterschap de onderhandelingen over de EU-begroting 2012 worden
afgerond en een begin worden gemaakt met de behandeling van de
Commissievoorstellen over het Meerjarig Financieel Kader. In dit kader
zal onder het Poolse voorzitterschap onder meer verder gediscussieerd
worden over het Commissievoorstel voor nieuwe eigen middelen. Tevens
heeft de voorzitter aangegeven dat ook het financieel toezicht in Europa
prioriteit blijft houden. De Raad zal dan ook veel aandacht hebben voor
het opereren van de recent opgerichte European Supervisory Authorities
(ESAs) en de European Systemic Risk Board (ESRB). Het voorzitterschap
hoopt tevens de onderhandelingen over de spaartegoedenrichtlijn af te
ronden en verder te gaan met de behandeling van het Commissievoorstel
voor een geharmoniseerde grondslag voor de vennootschapsbelasting. Het
voorzitterschap zal daarnaast verder werken aan de mogelijkheden voor
een belasting op de financiele sector. Op het gebied van indirecte
belastingen blijft een modernisering van het huidig systeem, het
terugdringen van de administratieve lasten en het tegengaan van fraude
de voornaamste prioriteiten. Als laatste voorziet het voorzitterschap
onderhandelingen over de herziening van de energiebelasting op basis van
de Commissie voorstellen. 

Follow-up Europese Raad

Het voorzitterschap heeft een terugkoppeling gegeven van de stand van
zaken rondom de besluitvorming over economic governance (ofwel de
`sixpack'). Voor Nederland is versterking van de economic governance
altijd een zeer belangrijk onderdeel geweest van de veelomvattende
aanpak van de eurocrisis. De Ecofin Raad heeft daartoe op 15 maart 2011
een gezamenlijke positie bereikt over zes wetgevingsvoorstellen ter
versterking van de economische beleidscooerdinatie. Deze positie is
reeds bekrachtigd door de Europese Raad op 25 maart 2011. De afgelopen
periode heeft het voorzitterschap onderhandeld met het Europees
Parlement over de amendementen van het Europese Parlement op het
economic governance pakket. Het Europese Parlement en de Raad hebben nu
op bijna alle onderdelen van het pakket overeenstemming bereikt. Op
korte termijn zal verder onderhandeld moeten worden om te proberen ook
op het laatste uitstaande punt overeenstemming te bereiken. Dit betreft
de wens om meer automatisme te realiseren in de besluitvorming in de
preventieve arm van het SGP. Specifiek wil het Europese Parlement dat de
beslissing door de Raad of er wel of geen afdoende corrigerende actie is
genomen door een lidstaat om weer te voldoen aan de eisen uit de
preventieve arm van het SGP ook met omgekeerde gekwalificeerde
meerderheid wordt genomen. Nederland heeft zich altijd duidelijk
uitgesproken voor het tegemoetkomen van het Europese Parlement op dit
punt.

Stresstesten en back stops

Ter voorbereiding op de publicatie van de resultaten van de stresstesten
spraken ministers over de back stops die landen nationaal in gereedheid
hebben gebracht. Aan de stresstesten doen zo'n 90 financiele
instellingen mee. Nieuw, in vergelijking tot voorgaande jaren, is dat
deze keer de toets op de nationale resultaten wordt uitgevoerd door EBA,
de Europese instelling die sinds 1 januari 2011 actief is als de
opvolger van het CEBS. Banken die zakken voor de stress test zullen
binnen zes maanden na publicatie van de resultaten een concreet
kapitaalversterkingsplan moeten indienen bij hun toezichthouder. Banken
in de gevarenzone zullen extra gemonitord worden. Eventuele
kapitaalversterking zal in eerste plaats moeten gebeuren via private
oplossingen. Als een bank niet binnen een paar maanden zelf zijn
kapitaal kan versterken, zal er publiek geld bij moeten (de zogenaamde
back stops).  De resultaten van de stresstesten worden verwacht op 15
juli.

Buitensporigtekortprocedures

De Ecofin Raad heeft gesproken over de implicaties van de
voorjaarsvoorspellingen van de Commissie voor de buitensporige
tekortprocedures in het kader van Stabiliteits- en Groeipact. De meest
recente voorspellingen werpen licht op de vraag of lidstaten hun
doelstellingen uit hun Stabiliteits- en Convergentieprogramma's hebben
gehaald en of hun tekort voldoende is teruggebracht. Ministers hebben in
dit kader ingestemd met het stopzetten van de procedure van Finland. Het
tekort van Finland is uiteindelijk, in tegenstelling tot de eerdere
voorspellingen, nooit hoger geweest dan 3% BBP. Daarnaast neemt Finland
volgens de Commissie voldoende matregelen om ook het structurele tekort
conform de buitensporigtekort-aanbevelingen te verbeteren. De Commissie
voorziet dat Finland dan ook de komende jaren het tekort op duurzame
wijze onder de 3%-grens zal houden en daarmee voldoet aan de eisen om de
procedure te stoppen. Naast Finland hebben de ministers uitgebreid stil
gestaan bij de implicaties van de meest recente voorspellingen op de
procedures in de verschillende landen. De Raad benadrukt dat een
volledige implementatie van de budgettaire strategieen voor de komende
jaren van groot belang is voor het behalen van de doelstellingen in het
kader van het Stabiliteits- en Groeipact. De Raad zal de implementatie
van de budgettaire strategieen opnieuw bekijken na de zomer op basis van
een nieuwe analyse van de Commissie.

Follow-up G20 vergadering op deputiesniveau Parijs 8 en 9 juli

Tijdens de Ecofin Raad hebben de ministers gesproken over de uitkomsten
van de G20-vergadering voor ministers van Financien en centrale bank
presidenten op deputies-niveau. De vergadering vond plaats in Parijs 8
en 9 juli jongstleden. Op de agenda van deze G20-vergadering stonden de
financiele en economische situatie en het zogenaamde Framework for
growth, waarbinnen de G20-leden afspraken maken over economische
hervormingen. Voor dat laatste ligt de nadruk op de aanpak van
onevenwichtigheden. Daarnaast is er tijdens de G20-vergadering gesproken
over de hervorming van het internationale monetaire systeem, dit betreft
in het bijzonder de wereldwijde kapitaalstromen, het mondiale
liquiditeitsbeheer en de financiele regelgeving. 

Spaartegoedenrichtlijn

De Commissie heeft aan de Raad de stand van zaken over de
spaartegoedenrichtlijn gepresenteerd. De spaartegoedenrichtlijn heeft
als doel het verzekeren van een belastingheffing op inkomsten uit
spaartegoeden die zich bevinden in een andere lidstaat. Op grond van
deze richtlijn informeren de meeste belastingdiensten van de EU
lidstaten elkaar over grensoverschrijdende rentebetalingen aan
natuurlijke personen binnen de EU. In oktober 2009 is de
spaartegoedenrichtlijn geevalueerd, waaruit bleek dat de
spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet werkte. Om deze reden
stelt de Commissie een hernieuwde robuuste richtlijn voor om omzeiling
van de richtlijn tegen te gaan. Parallel aan de onderhandelingen in de
Raad hierover stelt de Commissie tevens voor om te gaan onderhandelen
met derde landen (Zwitserland, Liechtenstein, Monaco, Andorra en San
Marino) over de aanpassingen in de spaartegoedenrichtlijn. De Raad van
ministers wil in oktober een nieuwe spaartegoedenrichtlijn en een
mandaat voor de onderhandelingen met derde landen bespreken.

FEMIP Facility for Euro-Mediterranean Investment and Partnership

De kernboodschap van de Europese Investeringsbank (EIB) en de
partnerlanden was dat economische groei alleen niet meer volstaat. De
Mediterrane regio heeft een raamwerk van gebalanceerde groei,
democratie, welvaartsverdeling, duurzaamheid en good governance nodig.
Ook de manier van samenwerking met overheden en Internationale
Financiele Instellingen (IFIs) dient te worden gezien in het kader van
diens bijdrage aan nationale en regionale transitie. Dit geldt in het
bijzonder voor de EIB. Zo'n 50% van officiele EU middelen in de
Mediterrane regio wordt gefinancierd door de EIB via FEMIP. Daarmee
heeft FEMIP meer leningen aan de regio uitgezet dan alle andere
bestaande IFIs. Het politiek akkoord tussen de Raad en het EP over de
uitbreiding van het extern leenmandaat van de EIB zal dit najaar een
additionele 1,7 miljard euro aan investeringen onder een EU garantie in
de regio mogelijk maken. Hiermee is een totaalbedrag van 5,8 miljard
euro in de periode 2011-2013 beschikbaar. Ook zal projectimpact beter
worden getabuleerd. Doel is om in deze periode efficienter te werken,
middels steun voor sectoren met een duidelijke link met werkgelegenheid
(MKB en infrastructuur in de breedste zin), ten behoeve van interne
cohesie. Hierbij zijn de EBRD (European Bank for Reconstruction and
Development) en de EU uitgelicht als strategische partners. De EIB riep
op tot voeding van het FEMIP Trustfonds, alsmede het beter mengen van
non-concessionele EIB leningen met EU en bilateraal ontwikkelingsgeld
(subsidies en grants) om private investeringen te katalyseren.
Zuidelijke lidstaten benoemden daarop bilaterale initiatieven die open
stonden voor deelname door staten, de Commissie en de EIB. Er heerste
consensus dat de Arabische transitie en daaruit vloeiende
samenwerkingsverbanden hebben bewezen dat de Mediterrane regio en de EU
strategische partners van elkaar zijn. Het FEMIP Operationele Plan
2011-2013 is door de lidstaten en de Mediterrane partnerlanden
bekrachtigd als sluitend op strategische Mediterrane en EU prioriteiten.
De EIB en de Commissie zullen dit jaar wederom een verzoek doen richting
de lidstaten om FEMIP risicokapitaal terugvloeiingen niet terug te laten
stromen naar het EU budget, maar buitenbudgettair te herinvesteren. Dit
is eerder dit jaar afgewezen binnen de Raad.

Begrotingsraad EU-begroting 2012

Volledigheidshalve wordt in dit Ecofin verslag ook ingegaan op de
ontwikkelingen ten aanzien van de Begrotingsraad. Recentelijk is er op
ambtelijk niveau een Raadspositie overeengekomen ten aanzien van de
EU-begroting 2012. Hierin stijgen de betalingen nominaal met 2,02% en de
verplichtingen met 2,90%. Dit komt neer op een reele nulgroei in
betalingen en een reele stijging van 0,9% in verplichtingen. Deze
toename in betalingen ligt boven de nominale nulgroei, die Nederland
wenst. Om die reden heeft Nederland, samen met een aantal andere
lidstaten, expliciet tegen het compromis gestemd. Besluitvorming
geschiedt echter met gekwalificeerde meerderheid, en er was onvoldoende
weerstand tegen het voorstel om een blokkerende minderheid te vormen.
Tijdens een schriftelijke ronde zal de Raadspositie, zoals hierboven
beschreven, worden bekrachtigd. Derhalve vindt de Begrotingsraad die op
22 juli gepland stond, geen doorgang. Nederland zal vasthouden aan zijn
positie, met als doel tenminste de overeengekomen Raadspositie in stand
te houden bij de onderhandelingen met het Europees Parlement (in het
najaar). 

-0-