[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Ecofin Raad van 6 en 7 december 2010

Bijlage

Nummer: 2010D51681, datum: 2010-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 december 2010, te Brussel (2010D51680)

Preview document (🔗 origineel)


I. Verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 december 2010, te
Brussel

Op maandag 6 december vond de Eurogroep plaats. Op dinsdag 7 december
kwam de Ecofin Raad bijeen. Minister de Jager was namens Nederland
aanwezig.

De bijeenkomst van de ministers van Financien stond voornamelijk in het
teken van de financiele stabiliteit in de eurozone. Zo is in de
eurogroep gesproken over de economische en financiele situatie. Landen
zijn goed doordrongen van de noodzaak van het snel op orde brengen van
hun overheidsfinancien. In een aantal lidstaten moeten tevens
aanzienlijke structurele hervormingen worden doorgevoerd. De Ecofin Raad
is een besluit overeengekomen over de financiele steun aan Ierland voor
zover die komt uit het EFSM. De steun die EFSF verstrekt is een zaak van
de eurolanden. Ook heeft de Ecofin Raad voor Ierland een aanbeveling
vastgesteld aangaande de verlenging van de deadline voor correctie van
het buitensporig tekort naar 2015. In zowel de Eurogroep als Ecofin Raad
is gesproken over de voortgang in de uitwerking van de voorstellen ter
versterking van de economic governance, mede met het oog op de
aankomende Europese Raad. Ter voorbereiding van de Europese Raad op 16
en 17 december hebben de ministers van Financien tevens een rapport
goedgekeurd over heffingen en belastingen op de financiele sector. Over
een compromisvoorstel aangaande een uitzondering voor de kosten van
tweede pijler pensioenen bij de berekening van het tekort en de schuld,
werd geen overeenstemming bereikt. De Raad heeft een conceptrichtlijn
goedgekeurd die de administratieve samenwerking op het gebied van
belasting tussen de lidstaten versterkt. Hierdoor zal belastingfraude en
belastingvermijding worden teruggedrongen. Ook over crisismanagement in
de financiele sector en over schadelijke belastingconcurrentie tussen
bedrijven naar aanleiding van de werkzaamheden van de Code of Conduct
Group zijn conclusies aangenomen. Tot slot zijn, zonder verdere
discussie, raadsconclusies aangenomen over de publieke diensten in de
zorgsector. 

Het officiele verslag van het Voorzitterschap vindt u via onderstaande
link:

  HYPERLINK
"http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin
/118290.pdf" 
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/
118290.pdf  

Financiele stabiliteit in de EU en de eurozone

Tijdens de Eurogroep en de Ecofin Raad hebben de ministers van Financien
gesproken over de financiele stabiliteit in de EU en het eurogebied.
Financiele markten blijven onrustig en houden de ontwikkelingen in
perifere lidstaten nauwlettend in de gaten. Landen zijn goed doordrongen
van de noodzaak van het op orde brengen van hun overheidsfinancien. In
een aantal lidstaten moeten tevens aanzienlijke structurele hervormingen
worden doorgevoerd. Ook het IMF benadrukte de ernst van de situatie.
Landen van de eurozone hebben bevestigd dat zij pal achter de euro
staan. Dat hebben ze laten zien bij Griekenland en recentelijk ook bij
Ierland. Het EFSF en het EFSM zijn volledig operationeel en zullen
worden benut als dat nodig is om de financiele stabiliteit van de
eurozone te waarborgen. Indien steun vanuit deze faciliteiten
noodzakelijk is, zal het IMF daaraan eveneens zijn deel bijdragen. In
geval van Ierland is het pakket reeds op die manier vormgegeven. In alle
gevallen zal steun gepaard gaan met ingrijpende maatregelen en strikte
condities die erop zijn gericht de economische en financiele situatie
duurzaam te herstellen. 

Op basis van een voorstel van Italie en Luxemburg is ook het idee van
euro-obligaties kort aan de orde geweest. Nederland is hier geen
voorstander van. Een dergelijke uitgifte zou een hogere rente voor
Nederland met zich meebrengen. Een belangrijk nadeel is verder dat een
dergelijk instrument de prijsprikkel wegneemt die lidstaten nu
ondervinden om de overheidsfinancien op orde te brengen. 

De Ecofin Raad heeft afgelopen dinsdag formeel de financiele steun aan
Ierland goedgekeurd voor zover dit middelen betreft uit het European
Financial Stability Mechanism (EFSM). Daarnaast heeft de Ecofin Raad de
eerdere aanbevelingen aan Ierland onder artikel 126(7) van de
buitensporigtekortprocedure aangepast om deze in lijn te brengen met de
voorwaarden voor het steunpakket. De deadline voor het terugbrengen van
het tekort is hierin verlengd van 2014 naar 2015. Over het steunpakket
is uw Kamer reeds op 29 november jl. geinformeerd.

Administratieve Samenwerkingsrichtlijn

Dit onderwerp is na verzending van de geannoteerde agenda van de Ecofin
Raad aan uw Kamer aan de agenda toegevoegd. Aanvankelijk was er nog een
aantal openstaande punten waardoor een akkoord nog niet mogelijk leek.
De Ecofin Raad heeft uiteindelijk een politiek akkoord gesloten over de
conceptrichtlijn die tot doel heeft om de administratieve samenwerking
op het gebied van directe belastingen te versterken. Dit stelt de
lidstaten beter in staat om belastingfraude en belastingvermijding tegen
te gaan. De richtlijn is een verbetering omdat bankgeheim geen reden
meer mag zijn om een verzoek om informatie te weigeren. Daarnaast zal
het uitwisselen van informatie van bepaalde inkomenscategorieen op
automatische basis gaan plaatsvinden. Dit zou lidstaten de handeling
besparen om informatieverzoeken bij andere lidstaten in te dienen. Dit
is nu nog wel het geval. De definitieve richtlijn zal tijdens de
volgende Ecofin Raad formeel aangenomen worden. 

Versterking van economic governance in de EU en het eurogebied

Op basis van een voortgangsrapportage van de voorzitter van het EFC,
heeft de Ecofin Raad van gedachten gewisseld over de voortgang in de
uitwerking van de voorstellen ter versterking van de economische
beleidscooerdinatie. Het gaat hierbij om de aanbevelingen uit het
eindrapport van de Werkgroep Van Rompuy zoals dat is vastgesteld door de
Europese Raad, en om de voorstellen van de Commissie. Er wordt momenteel
in een Raadswerkgroep verder gewerkt aan de technische uitwerking van de
Commissievoorstellen, die de concrete invulling moeten gaan vormen van
de voorstellen in het Van Rompuy rapport. 

Namens Nederland heeft Minister de Jager duidelijk uiteengezet waarom
het van groot belang is dat er goede voortgang geboekt wordt bij de
uitwerking. De uitkomsten moeten wat Nederland betreft zo dicht mogelijk
bij de Commissievoorstellen blijven. Om te onderstrepen dat Europa de
versterking van de governance serieus neemt, heeft minister de Jager
benadrukt dat er binnenkort in ieder geval op twee onderdelen alvast
besluiten zouden moeten worden genomen. Ten eerste stelde hij dat er
besloten zou moeten worden dat er een richtlijn komt over de
minimumeisen voor nationale begrotingsraamwerken. Het gaat dan om
minimum eisen aangaande begrotingsregels, meerjarenramingen, en de
statistieken. Nederland heeft met de eigen begrotingsregels veel
positieve ervaring. Daarnaast benadrukte minister De Jager het belang
van een numerieke benchmark voor schuldreductie in het kader van de op
te richten procedure voor overheidsschuld. De ministers hebben eveneens
van gedachten gewisseld over de op te richten procedure voor
macro-economische onevenwichtigheden en over de manier waarop voortgang
richting de middenlangetermijn doelstelling in het SGP gemeten moet
worden. Gedurende de periode dat uitwerking van de voorstellen
plaatsvindt, zal de voortgang op het onderwerp economic governance met
regelmaat in de Ecofin Raad aan de orde komen.

Voorbereiding van de Europese Raad van 16 en 17 december 2010

Behandeling van pensioenstelsels in het Stabiliteits- en Groei Pact

De ministers van Financien hebben van gedachten gewisseld over de
behandeling van de tweede pijler pensioenstelsels bij de implementatie
van het SGP. Er lag een concept rapport van de Ecofin raad aan de
Europese Raad voor over de wijze waarop tegemoet kan worden gekomen aan
de klacht van negen lidstaten (Bulgarije, Tsjechie, Zweden, Litouwen,
Letland, Polen, Roemenie, Slowakije, Hongarije) dat het SGP onnodig
belemmerend werkt voor lidstaten die overstappen naar een kapitaalgedekt
pensioenstelsel. Hoewel deze hervormingen op lange termijn de
houdbaarheid van de overheidsfinancien verbeteren, brengt een dergelijke
overstap eerst gedurende langere tijd extra kosten met zich mee en heeft
daarmee een negatief effect op de overheidsfinancien. Zodoende is het
hierdoor moeilijker om te voldoen aan de eisen van tekort en schuld. De
9 lidstaten vinden dat hiermee rekening moet worden gehouden. De
bestaande clausule in het SGP die de lidstaten bij het doorvoeren van
dergelijke hervormingen tegemoet komt, is naar mening van deze lidstaten
onvoldoende. Zij vinden dat er nog steeds een negatieve prikkel bestaat
voor een dergelijke hervorming. Minister de Jager heeft namens Nederland
benadrukt dat het belangrijk is om het opzetten van kapitaalgedekte
pensioenstelsels aan te moedigen. Hij stelde echter ook dat het
voorliggende voorstel voldoende flexibiliteit biedt door gedurende een
lange transitieperiode rekening te houden met de kosten van een
dergelijke overstap. Het uitgangspunt moet zijn dat de definities van
EMU-saldo en EMU-schuld onaangetast blijven. Verder kan er geen sprake
zijn van een permanente uitzondering voor deze kosten. Over het voorstel
is uiteindelijk geen overeenstemming bereikt. Het onderwerp zal opnieuw
worden besproken tijdens de aanstaande Europese Raad. 

Heffingen en belastingen in de financiele sector

Het Economic and Financial Committee (EFC) heeft een rapport geschreven
over de korte termijn kwesties omtrent heffingen en belastingen van de
financiele sector en resolutiefondsen. De Ecofin Raad heeft het rapport
goedgekeurd. Het rapport gaat in op de korte termijn gevolgen van het
eenzijdig invoeren van bankenbelastingen en heffingen. Tien lidstaten
hebben inmiddels aangekondigd een nationale heffing of belasting in te
voeren. Om dubbele belastingen te voorkomen en om de cooerdinatie van
(toekomstige) bankenbelastingen of heffingen te verbeteren, stelt het
rapport een leidraad voor. 

Publieke diensten in de zorg

Tijdens de Ecofin Raad zijn er korte raadsconclusies aangenomen over een
rapport van de houdbaarheidswerkgroep van het Economic Policy Committee
(EPC) en de Commissie over publieke diensten in de zorg. Dit punt is
vlak voor de vergadering aan de agenda toegevoegd. Er heeft geen
discussie plaats gevonden over de raadsconclusies. Het rapport gaat in
op houdbare openbare financien in relatie tot de ontwikkeling van
zorgsystemen. De zorguitgaven groeien in de meeste lidstaten veel harder
dan de economie, waardoor een houdbaarheidsprobleem dreigt te ontstaan.
In het rapport worden de institutionele aspecten van zorgsystemen in de
verschillende lidstaten die van invloed kunnen zijn op de
uitgavenontwikkelingen belicht. Het rapport doet enkele aanbevelingen
aan lidstaten om de houdbaarheid van de zorguitgaven te verbeteren. Het
rapport is eveneens besproken in de EPSCO Raad van 7 december. 

Crisismanagement in de financiele sector

De Commissie heeft op 20 oktober jl. een mededeling gepubliceerd met
haar visie op een Europees raamwerk voor crisismanagement. De Ecofin
Raad heeft kennis genomen van de presentatie van de Commissie over de
mededeling. Daarnaast hebben de ministers van Financien er zonder veel
discussie raadsconclusies over aangenomen. Het uitgangspunt van het
raamwerk van de Commissie is dat banken failliet moeten kunnen gaan.
Systeemconsequenties van een faillissement moeten echter worden
voorkomen, zonder dat de kosten hiervan bij de belastingbetaler
terechtkomen. Hiertoe stelt de Commissie drie pijlers voor. Deze pijlers
hebben betrekking op 1) de preventie van en voorbereiding op problemen
bij financiele ondernemingen, 2) vroegtijdige interventie bij financiele
ondernemingen in problemen en 3) ordentelijke afwikkeling in het belang
van de financiele stabiliteit van financiele ondernemingen met
onomkeerbare problemen. Een punt van discussie was nog of er voor de
financiering van de afwikkeling een stelsel van nationale
afwikkelfondsen opgezet zou worden. Nederlands is hier geen voorstander
van. In de aangenomen conclusies nemen de lidstaten kennis van het
voorstel van de Commissie, en vragen haar om terug te komen op de
implicaties van het voorstel. 

 

Rapport van de Code of Conduct over schadelijke belastingconcurrentie

Dit onderwerp is na verzending van de geannoteerde agenda van de Ecofin
Raad aan de Tweede Kamer aan de agenda toegevoegd. De Code of Conduct
Groep heeft haar halfjaarlijkse rapportage over schadelijke
belastingconcurrentie tussen bedrijven naar de Ecofin Raad gestuurd.
Zonder veel discussie zijn de korte raadsconclusies aangenomen.

Presentatie van de prioriteiten van het Franse voorzitterschap van de
G20

Tijdens de Ecofin lunch hebben de ministers van Financien kennis genomen
van de presentatie van de prioriteiten van het Franse voorzitterschap
van de G20. Frankrijk is sinds 13 november voorzitter van de G20 en zal
op 3 en 4 november 2011 een top organiseren. Voor die tijd zullen ter
voorbereiding hiervan een aantal vergaderingen voor de Ministers van
Financien georganiseerd worden. De eerste vergadering zal plaatsvinden
op 18 februari in Parijs De prioriteiten van het voorzitterschap zijn 1)
hervorming van het internationaal monetaire systeem, 2) het indammen van
excessieve prijsschommelingen van grondstoffen en derivaten en 3)
hervorming van de mondiale governance. 

Overige onderwerpen

Op de agenda stond het onderwerp Voortgangsverslag BTW en postdiensten
geagendeerd als hamerstuk. Hamerstukken worden normaal gesproken zonder
discussie aangenomen. Minister de Jager heeft echter namens Nederland
onderstreept dat hij dit een belangrijk onderwerp vindt en dat hij grote
waarde hecht aan het blijven nastreven van een Europees gelijk speelveld
in de postsector.

II. Schriftelijke beantwoording van Kamervragen van het Algemeen Overleg
Ecofin van 2 december 2010

BNC-fiche short selling

Tijdens het algemeen overleg van 2 december jl. zijn, onder andere door
de heer Irrgang vragen gesteld over het BNC-fiche over het voorstel voor
een verordening over short selling en bepaalde aspecten van credit
default swaps. Deze vragen worden in deze brief gezamenlijk beantwoord.
Zo is gevraagd naar de relatie tussen short selling en de ontwikkelingen
op de staatsobligatiemarkt. Mede naar aanleiding van de moties De Neree
tot Baberich/Weekers en Hamer/Roemer is de Autoriteit Financiele Markten
(hierna: AFM) gevraagd om onderzoek te doen naar de gebeurtenissen op de
markt voor staatsobligaties. Dit onderzoek heb ik u in september 2010
toegezonden. De AFM heeft geen aanwijzingen gevonden dat marktpartijen
de obligatiemarkt hebben gemanipuleerd. In het rapport wordt
geconcludeerd dat de ontwikkelingen dit voorjaar op de markt voor
staatsobligaties ``een reactie op en niet de oorzaak van deze
problemen'' waren. Met betrekking tot credit default swaps verwijs ik
ter indicatie naar een artikel in het Financieele Dagblad. In dit
artikel wordt een vertrouwelijk rapport van de Europese Commissie
aangehaald waarin eveneens wordt geconcludeerd dat er geen sprake is
geweest van negatieve effecten door speculanten tijdens de
gebeurtenissen rond Griekenland.

Verder is gevraagd waarom de verordening geen algeheel verbod op short
selling introduceert. Bij normale omstandigheden is short selling juist
nuttig op de financiele markten. Short selling bevordert liquiditeit en
adequate prijsvorming. Voor bijvoorbeeld de handel in overheidspapier is
short selling essentieel. Bij uitzonderlijke omstandigheden kunnen zich
door short selling echter ook negatieve effecten voordoen. Als het
vertrouwen in de financiele markten laag is, kan de indruk ontstaan dat
er meer aanbod is dan er daadwerkelijk is. Dat kan leiden tot een
neerwaartse druk op de prijs. Bij dergelijke uitzonderlijke
omstandigheden is het belangrijk om in te kunnen grijpen. Daarbij is het
belangrijk om Europees gecooerdineerd in te grijpen. Anders zijn er
legio ontgaansmogelijkheden. Deze verordening biedt juist die
mogelijkheden om goed en gecooerdineerd in te grijpen. Bij
uitzonderlijke omstandigheden kunnen door de verordening straks
bijvoorbeeld extra voorwaarden en/of een verbod worden uitgevaardigd. De
verordening voorkomt dat een of twee lidstaten willekeurig maatregelen
treffen die juist negatieve effecten kunnen hebben. 

Ten aanzien van netto short posities in staatsobligaties en credit
default swaps geldt volgens het voorstel in de reguliere situatie dat
melding wordt gedaan aan de toezichthoudende instantie maar niet aan het
publiek. Bij uitzonderlijke omstandigheden kunnen onder andere extra
meldingsplichten worden geintroduceerd. De transparantieregels zijn
uiteraard ook van toepassing op ongedekte short posities. Ongedekte
short posities zijn verder in het voorstel alleen nog onder voorwaarden
mogelijk. Zo moet degene die een ongedekte short positie aangaat op het
moment van aangaan weten dat hij op leveringsdatum de onderliggende
effecten in bezit kan hebben (de zogenoemde locate rule). Vervolgens is
als extra veiligheidsnet voorzien in een buy-in procedure (de
onderliggende effecten moeten verplicht worden ingekocht) als de short
seller niet op de leveringsdatum levert.  

Het voorstel voor een verordening voorziet verder in cooerdinatie door
de nieuwe Europese toezichthouder ESMA. Gevraagd is wat deze
cooerdinatie inhoudt. Lidstaten houden zelf de bevoegdheid om bij
uitzonderlijke marktomstandigheden maatregelen te treffen zoals de een
extra meldingsplicht of een verbod. Als een nationale toezichthouder
dergelijke maatregelen wil treffen, meldt zij dat eerst bij ESMA en
brengt ESMA advies over de voorgenomen maatregel uit. ESMA zal daarbij
in spoedsituaties snel reageren. Een nationale toezichthouder kan het
advies van ESMA alleen met redenen omkleed niet opvolgen. Naast deze
cooerdinerende rol krijgt ESMA ook eigen bevoegdheden om rechtstreeks in
te grijpen. Zoals aangegeven zal bij het voorstel nog aandacht moeten
worden gegeven aan een goede balans tussen de kosten en de baten van de
verschillende onderdelen.

Kabinetsreactie groenboek `Beleid inzake controle van financiele
overzichten'

In het AO van 2 december jl. heeft dhr. Irrgang gevraagd of het kabinet
bepaalde maatregelen die de Europese Commissie in het groenboek naar
voren brengt kan ondersteunen, zoals de maatregel om de externe
accountant door `derden', bijvoorbeeld door de Raad van Commissarissen,
te laten aanstellen. Deze maatregel wordt ondersteund door de
beroepsgroep zelf. 

In algemene zin kan worden gesteld dat het kabinet veel van de
maatregelen uit het Groenboek ondersteunt. In de kabinetsreactie wordt
bijvoorbeeld instemming gegeven aan het algemeen verbindend verklaren
van ISA's in de EU en het versterken de rol van de groepsauditor. Ook
vindt het kabinet dat `audit only' als optie kan worden bekeken. Ook de
maatregel om de externe auditor door de raad van commissarissen te laten
aanstellen wordt door het kabinet ondersteund (zie de reactie op de
vragen 9 en 17). 

 Kamerstukken II 2009/10, 21 501-07, nr. 724.

 Kamerstukken II 2009/10, 32 360, nr. 6.

 Kamerstukken II 2009/10, 31 371, nr. 351, bijlage.

 FD 6 december 2010 `geen enkel bewijs voor speculaties tegen
eurolanden'. 

 European Securities and Markets Authority.

 PAGE    

 PAGE   1