[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32213, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 18 januari 2010)

Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2010D02641, datum: 2010-01-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z21165:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW 18 januari 2010)



32 213 (R 1903)	Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid
van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging
Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)



	Nr. 2	VOORSTEL VAN RIJKSWET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Curacao en Sint Maarten de
hoedanigheid van land in het Koninkrijk verkrijgen, dat Bonaire, Sint
Eustatius en Saba toetreden tot het staatsbestel van Nederland, dat in
verband daarmee besloten is om de Nederlandse Antillen op te heffen als
land en dat daarom wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden noodzakelijk is;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en
met gemeen overleg der Staten-Generaal, artikel 55 van het Statuut voor
het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan,
gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	1. Curacao en Sint Maarten hebben elk de hoedanigheid van land in het
Koninkrijk.

2. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn onderdeel van het staatsbestel
van Nederland.

	3. Het land de Nederlandse Antillen is opgeheven.

ARTIKEL II

	Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt gewijzigd als
volgt:

A

	De preambule komt te luiden:

Preambule

	Nederland, Aruba, Curacao en Sint Maarten,

	constaterende dat Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen in
1954 uit vrije wil hebben verklaard in het Koninkrijk der Nederlanden
een nieuwe rechtsorde te aanvaarden, waarin zij de eigen belangen
zelfstandig behartigen en op voet van gelijkwaardigheid de
gemeenschappelijke belangen verzorgen en wederkerig bijstand verlenen,
en hebben besloten in gemeen overleg het Statuut voor het Koninkrijk
vast te stellen;

	constaterende dat de statutaire band met Suriname is beeindigd met
ingang van 25 november 1975 door wijziging van het Statuut bij rijkswet
van 22 november 1975, Stb. 617, PbNA 233;

	constaterende dat Aruba uit vrije wil heeft verklaard deze rechtsorde
als land te aanvaarden met ingang van 1 januari 1986 voor een periode
van tien jaar en met ingang van 1 januari 1996 voor onbepaalde tijd;

	overwegende dat Curacao en Sint Maarten elk uit vrije wil hebben
verklaard deze rechtsorde als land te aanvaarden;

	hebben besloten in gemeen overleg het Statuut voor het Koninkrijk als
volgt nader vast te stellen.

B

	Onder vernummering van artikel 1 tot artikel 1a wordt een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 1

	1. Het Koninkrijk omvat de landen Nederland, Aruba, Curacao en Sint
Maarten.

	2. Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken elk deel uit van het
staatsbestel van Nederland. Voor deze eilanden kunnen regels worden
gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op
de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het
Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte
en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere
factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het
Europese deel van Nederland.

C

	1. In de artikelen 2, tweede lid, 6, eerste lid, 10, tweede lid, 11,
eerste en vijfde lid, 15, eerste lid, 21, 30, eerste lid, 31, eerste
lid, 35, eerste lid, 36, 37, eerste lid, 38, eerste lid, 39, eerste lid,
41, eerste lid, 45, 50, eerste lid, en 55, tweede lid, wordt ``de
Nederlandse Antillen en Aruba'' vervangen door: Aruba, Curacao en Sint
Maarten.

	2. In artikel 7 wordt ``de regering van de Nederlandse Antillen,
onderscheidenlijk van Aruba'' vervangen door: de regering van Aruba,
Curacao onderscheidenlijk Sint Maarten.

	3. In artikel 11, tweede lid, wordt ``van de Nederlandse Antillen,
onderscheidenlijk dat van Aruba'' vervangen door: van Aruba, Curacao of
Sint Maarten.

	4. In de artikelen 11, tweede, derde en vierde lid, 13, tweede en derde
lid, en 35, eerste lid, wordt ``de Nederlandse Antillen,
onderscheidenlijk Aruba'' vervangen door: Aruba, Curacao
onderscheidenlijk Sint Maarten.

	5. In de artikelen 11, derde lid, 12, eerste en tweede lid, 13, tweede
lid, 15, derde lid, 26 en 35, tweede lid, wordt ``van de Nederlandse
Antillen, onderscheidenlijk van Aruba'' vervangen door: van Aruba,
Curacao of Sint Maarten.

	6. In artikel 11, zesde lid, wordt ``De regering van de Nederlandse
Antillen, onderscheidenlijk van Aruba, kan aangeven,'' vervangen door:
De regeringen van Aruba, Curacao en Sint Maarten kunnen aangeven.

	7. In artikel 11, zesde lid, wordt ``haar land raken'' vervangen door:
hun land raken.

	8. In artikel 13, derde lid, wordt ``De staatsraad voor de Nederlandse
Antillen, onderscheidenlijk voor Aruba, neemt deel'' vervangen door: De
staatsraden voor Aruba, Curacao en Sint Maarten nemen deel.

	9. In artikel 14, derde lid, wordt ``noch in de Nederlandse Antillen,
noch in Aruba'' vervangen door: niet in Aruba, Curacao of Sint Maarten.

	10. In de artikelen 14, vierde lid, 40, en 51, eerste lid, en 53 wordt
``de Nederlandse Antillen of Aruba'' vervangen door: Aruba, Curacao of
Sint Maarten.

	11. In artikel 23, eerste lid, wordt ``in de Nederlandse Antillen,
onderscheidenlijk Aruba'' vervangen door: in Aruba, Curacao en Sint
Maarten, alsmede op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

	12. In artikel 23, tweede lid, wordt ``indien de regering van het
betrokken land dit verzoekt'' vervangen door: indien de regering van
Aruba, Curacao of Sint Maarten dit verzoekt.

	13. In de artikelen 24, eerste lid, en 25, eerste en tweede lid, wordt
``de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk Aruba'' vervangen door:
Aruba, Curacao of Sint Maarten.

	14. In artikel 24, eerste lid, wordt ``van de Nederlandse Antillen,
onderscheidenlijk van Aruba'' vervangen door: van Aruba, Curacao
onderscheidenlijk Sint Maarten.

	15. In artikel 24, derde lid, wordt ``van de Nederlandse Antillen
onderscheidenlijk van Aruba'' vervangen door: van Aruba, Curacao
onderscheidenlijk Sint Maarten.

	16. In artikel 28 wordt ``de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk
Aruba'' vervangen door: Aruba, Curacao en Sint Maarten en in artikel 30,
tweede lid, wordt ``de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba''
vervangen door: Aruba, Curacao en Sint Maarten.

	17. In artikel 32 wordt ``van de Nederlandse Antillen,
onderscheidenlijk van Aruba'' vervangen door: van Aruba, Curacao en Sint
Maarten.

	18. In artikel 37, eerste lid, wordt ``waarbij belangen der landen of
van twee hunner zijn betrokken'' vervangen door: waarbij belangen van
twee of meer van de landen zijn betrokken.

	19. In artikel 42, eerste lid, wordt ``die van de Nederlandse Antillen
en die van Aruba'' vervangen door: die van Aruba, Curacao en Sint
Maarten.

	20. In artikel 42, eerste en tweede lid, wordt ``van de Nederlandse
Antillen en van Aruba'' vervangen door: van Aruba, van Curacao en van
Sint Maarten.

	21. In artikel 47, tweede lid, wordt ``in de Nederlandse Antillen en in
Aruba'' vervangen door: in Aruba, Curacao en Sint Maarten.

	22. In artikel 53 wordt ``van de Nederlandse Antillen en de
eilandgebieden, dan wel van Aruba'' vervangen door: van Aruba, Curacao
onderscheidenlijk Sint Maarten.

	23. In artikel 53 wordt ``het betrokken gebied'' vervangen door: het
betrokken land.

	24. In artikel 57 wordt ``die in de Nederlandse Antillen gelden''
vervangen door: die in de Nederlandse Antillen golden.

	25. In artikel 57 wordt ``verkrijgen de staat van rijkswet'' vervangen
door: hebben de staat van rijkswet.

	26. In artikel 57 wordt ``de staat verkrijgen van landsverordening''
vervangen door: de staat hebben van landsverordening.

D

Artikel 12, vierde lid, komt te luiden:

4. Wensen meerdere Gevolmachtigde Ministers aan het voortgezette overleg
deel te nemen, dan geschiedt dit overleg tussen deze Gevolmachtigde
Ministers, een even groot aantal ministers en de minister-president. Het
tweede lid van artikel 10 is van overeenkomstige toepassing. 

E

	Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

	Bij rijkswet kunnen voorzieningen worden getroffen voor de behandeling
van bij rijkswet aangewezen geschillen tussen het Koninkrijk en de
landen.

F

	Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27

	1. Aruba, Curacao en Sint Maarten worden in een zo vroeg mogelijk
stadium betrokken in de voorbereiding van overeenkomsten met andere
mogendheden, welke hen overeenkomstig artikel 11 raken. Zij worden
tevens betrokken in de uitvoering van overeenkomsten, die hen aldus
raken en voor hen verbindend zijn.

	2. Nederland, Aruba, Curacao en Sint Maarten treffen een onderlinge
regeling over de samenwerking tussen de landen ten behoeve van de
totstandkoming van regelgeving of andere maatregelen die noodzakelijk
zijn voor de uitvoering van overeenkomsten met andere mogendheden.

	3. Indien de belangen van het Koninkrijk geraakt worden door het
uitblijven van regelgeving of andere maatregelen die noodzakelijk zijn
voor de uitvoering van een overeenkomst met andere mogendheden in een
van de landen, terwijl de overeenkomst pas voor dat land kan worden
bekrachtigd als de regelgeving of andere maatregelen gereed zijn, kan
een algemene maatregel van rijksbestuur, of indien nodig een rijkswet,
bepalen op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan die overeenkomst.

	4. Indien de regelgeving of andere maatregelen ter uitvoering van de
betreffende overeenkomst door het land zijn getroffen, wordt de algemene
maatregel van rijksbestuur of de rijkswet ingetrokken.

G

	Artikel 36a vervalt.

H

	Na artikel 38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 38a

	De landen kunnen bij onderlinge regeling voorzieningen treffen voor de
behandeling van onderlinge geschillen. Het tweede lid van artikel 38 is
van toepassing.

I

	Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid vervalt.

	2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

J

	Na artikel 53 wordt in   5. Overgangs- en slotbepalingen een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 54

	1. Bij wijziging van de Grondwet wordt artikel 1, tweede lid, vervallen
verklaard op het moment dat bij de Grondwet wordt voorzien in de positie
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba binnen het staatsbestel van
Nederland.

	2. Dit artikel vervalt indien onder toepassing van het voorgaande lid
artikel 1, tweede lid, vervallen wordt verklaard.

K

	Na artikel 57 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 57a

	Bestaande rijkswetten, wetten, landsverordeningen, algemene maatregelen
van rijksbestuur, algemene maatregelen van bestuur en andere regelingen
en besluiten die in strijd zijn met een verandering in het Statuut,
blijven gehandhaafd, totdat daarvoor met inachtneming van het Statuut
een voorziening is getroffen.

ARTIKEL III

	Na artikel 60 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
worden de volgende artikelen toegevoegd:

Artikel 60a

	1. De door de eilandsraden van Curacao en Sint Maarten bij
eilandsverordening vastgestelde ontwerpen voor een Staatsregeling van
Curacao, onderscheidenlijk van Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip
van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging
Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat
van Staatsregeling van Curacao, onderscheidenlijk van Sint Maarten,
indien:

	a. het gevoelen van de regering van het Koninkrijk is ingewonnen
voordat het ontwerp aan de betrokken eilandsraad is aangeboden,
onderscheidenlijk voordat een initiatiefontwerp door de betrokken
eilandsraad in onderzoek is genomen

	b. het ontwerp door de betrokken eilandsraad met ten minste twee derden
van de uitgebrachte stemmen is aanvaard en

	c. de regering van het Koninkrijk met het door de betrokken eilandsraad
vastgestelde ontwerp heeft ingestemd.

	2. Indien een ontwerp door een eilandsraad is aanvaard met een kleinere
meerderheid dan twee derden van de uitgebrachte stemmen, dan wordt
voldaan aan de voorwaarde genoemd in het eerste lid, onder b, indien de
eilandsraad na de stemming over het ontwerp is ontbonden en het ontwerp
met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen is aanvaard
door de in verband met die ontbinding nieuw gekozen eilandsraad.

	3. Indien een ontwerp door een eilandsraad is aanvaard met een kleinere
meerderheid dan twee derden van de uitgebrachte stemmen en de betrokken
eilandsraad niet is ontbonden, dan wordt die eilandsraad door de
gezaghebber ontbonden. Het besluit tot ontbinding behelst de
uitschrijving van de verkiezing van een nieuwe eilandsraad binnen twee
maanden en de eerste samenkomst van de nieuwe eilandsraad binnen drie
maanden na de datum van het besluit tot ontbinding. Indien de nieuw
gekozen eilandsraad het ontwerp aanvaardt met een volstrekte meerderheid
van de uitgebrachte stemmen, wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd
onder b van het eerste lid.

Artikel 60b

	1. De door de eilandsraden van Curacao en Sint Maarten bij
eilandsverordening vastgestelde ontwerp-landsverordeningen van Curacao,
onderscheidenlijk Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip van
inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging
Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat
van landsverordeningen van het land Curacao, onderscheidenlijk Sint
Maarten.

	2. De door het Bestuurscollege van Curacao of Sint Maarten bij
eilandsbesluit of eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen,
vastgestelde ontwerp-landsbesluiten onderscheidenlijk
ontwerp-landsbesluiten, houdende algemene maatregelen van Curacao,
onderscheidenlijk Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip van
inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging
Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat
van landsbesluit, onderscheidenlijk landsbesluit, houdende algemene
maatregelen van Curacao, onderscheidenlijk Sint Maarten.

Artikel 60c

	De Bestuurscolleges van Curacao en Sint Maarten kunnen met elkaar en
een of meer regeringen van de landen van het Koninkrijk
ontwerp-onderlinge regelingen treffen die de staat van onderlinge
regeling in de zin van artikel 38, eerste lid, krijgen op het tijdstip
van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging
Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen.

ARTIKEL IV

	1. Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	2. In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen I en II van
deze rijkswet in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat niet ligt voor het tijdstip van inwerkingtreding van de
Rijkswet financieel toezicht Curacao en Sint Maarten, de Rijkswet
Gemeenschappelijk Hof van Justitie, de Rijkswet openbare ministeries van
Curacao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de
Rijkswet politie van Curacao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint
Eustatius en Saba en de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving, en dat
voor de verschillende onderdelen van artikel I en II verschillend kan
worden vastgesteld.

ARTIKEL V

	Deze rijkswet wordt aangehaald als: Rijkswet wijziging Statuut in
verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen.

ARTIKEL VI

	De tekst van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt na
de inwerkingtreding van de artikelen I en II van deze rijkswet in het
Staatsblad, het Publicatieblad van Curacao, het Afkondigingsblad van
Aruba en het Afkondigingsblad van Sint Maarten geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren
wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

De Minister van Justitie,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 PAGE    

 PAGE   1