[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2008D11982, datum: 2008-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Toezending geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 3 en 4 november 2008. (2008D11979)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 3 en 4 november 2008 

Economische situatie

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad 4 november zal de focus vooral liggen op de
ontwikkeling op de financiele markten en de gevolgen hiervan op de reele
economie. De Europese Commissie zal tijdens deze bijeenkomst haar
herfstvoorspellingen presenteren.

De afgelopen periode is gebleken dat de crisis op de financiele markten
nog niet voorbij is. Na het omvallen van Lehman Brothers in de VS is
deze in intensiteit toegenomen. Op Europees niveau is afgesproken dat de
lidstaten maatregelen zo veel mogelijk gecooerdineerd nemen. Voorbeelden
hiervan zijn de mogelijkheden tot kapitaalinjecties, evenals het
verhogen van de depositogaranties in alle lidstaten tot het minimum van
? 50.000. In veel landen, waaronder Nederland, is deze garantie verhoogd
naar ? 100.000. Daarnaast is afgesproken dat tot eind 2009
staatsgaranties kunnen worden afgegeven op niet-achtergestelde
bankleningen met een looptijd van maximaal vijf jaar. Tevens is besloten
de financiele sector te ondersteunen bij herkapitalisatie. Momenteel
volgen de kapitaalinjecties van overheden aan banken elkaar snel op.
Naast de kapitaalinjectie van ?10 mrd in ING, investeert de Franse
overheid investeert ?10,5 mrd in de zes grootste banken van het land en
steken de federale, Vlaamse en Waalse autoriteiten samen ?1,5 mrd in
verzekeraar Ethias. Markten reageren voorzichtig positief op deze
ontwikkelingen: de driemaands rente is iets gedaald.

Tijdens de IMF jaarvergadering en de G7 is gesproken over mondiale
maatregelen die genomen moeten worden ter bestrijding van de financiele
crisis. In navolging van deze bijeenkomsten kwamen de regeringsleiders
van de eurolanden bijeen in Parijs op 12 oktober. Na de aankondiging van
de bovenstaande Europese maatregelen hebben de VS hun reddingsplan van
700 mrd dollar gedeeltelijk aangepast. Het plan was in eerste instantie
vooral bedoeld voor het opkopen van slechte leningen. Nu is er 250 van
de 700 mrd dollar beschikbaar gesteld voor kapitaalinjecties in
financiele instellingen. 

Wat de gevolgen voor de reele economie zullen zijn van de onrust op de
financiele markten is nog onduidelijk. In haar kwartaalrapportage geeft
de Europese Commissie aan dat de financiele crisis via consumenten- en
producentenvertrouwen, hogere risicopremies en scherpere
kredietvoorwaarden zijn doorwerking zal hebben op de reele economie. De
verwachting is dan ook dat de groeiverwachtingen in de
herfstvoorspellingen van de Commissie naar beneden worden bijgesteld.
Dit zou in overeenstemming met andere economische instellingen zijn,
zoals het IMF. Het IMF verwacht een economische groei voor het
eurogebied van 1,3% in 2008 en 0,2% in 2009. De Commissie voorziet ook
dat de inflatie in 2009 zal dalen door afnemende economische activiteit
in combinatie met lagere grondstofprijzen. 

Follow-up van de Europese Raad

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Als gevolg van de kredietcrisis wordt gekeken naar de wenselijkheid en
mogelijkheid van een herziening van de Europese en mondiale financiele
architectuur. Vaak wordt hier middels de term ``Bretton Woords II'' aan
gerefereerd. Vijf problemen kunnen worden onderscheiden en verbinden aan
een aantal daarvan vervolgens hervormingen op het nationale, Europese en
internationale niveau. De vijf belangrijkste problemen zijn:
Macro-economische onevenwichtigheden, misaligned incentives, gaten in
het toezicht, mondiaal opererende financiele instellingen versus
nationale toezichthouders en vangnetten, en crisis management per land
met onvoldoende afstemming.

In de eerste plaats is het van belang dat de prikkels in de financiele
sector beter worden gericht. Dit betreft onder andere
beloningsstructuren en regels ter voorkoming van belangenverstrengeling
bij credit rating agencies. Ook kan gedacht worden aan een versnelde
integratie van het Europese toezicht. Speciale aandacht is hierbij
vereist voor het toezicht op crossborder groups en verbetering van de
cooerdinatie van het crisismanagement. Hierbij is het opzetten van een
adequate regeling voor burden sharing essentieel. Tot slot kan gedacht
worden aan verbreding van het mandaat van het Internationaal Monetair
Fonds (IMF) naar financiele sector stabiliteit en zou het IMF de
overkoepelende hoeder van wereldwijde financiele stabiliteit moeten
worden. 

 

(mogelijk punt) Richtlijnvoorstel Technische aanpassingen van de
BTW-richtlijn 

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: aanneming richtlijn 

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft deze wijzigingsrichtlijn geagendeerd
met de bedoeling een finaal akkoord te bereiken. Het voorstel zoals het
er na de behandeling in de Raad uitziet voorziet in een aantal
technische aanpassingen van de BTW-richtlijn 2006: 

Het aftrekrecht wordt beperkt voor BTW die als voorbelasting drukt op
goederen die gemengd (zowel zakelijk als prive) worden gebruikt. Met de
wijziging wordt een arrest van het EG Hof van Justitie over het
aftrekrecht bij gemengd zakelijk/prive gebruik gerepareerd. 

Het BTW-regime voor de plaats van levering wordt voor gas verruimd tot
alle leveringen via gasleidingen/gastransportschepen. Deze regeling is
nu beperkt tot leveringen via het distributienetwerk. Bovendien wordt de
regeling van toepassing verklaard op de levering van koude en warmte. 

In de richtlijn wordt de BTW-vrijstelling voor de aankopen voor
officieel gebruik door Europese instellingen ex artikel 171 van het
EG-verdrag opgenomen, die nu in het Protocol is geregeld.

In de richtlijn worden de aan Bulgarije en Roemenie bij hun toetreding
verleende machtigingen opgenomen.

In de Raadswerkgroep is overeenstemming bereikt over de richtlijn.
Nederland kan instemmen met het voorstel. 

Verlaagde BTW-tarieven

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie over voortgang dossier

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Op de Ecofin van 4 november zal de discussie over verlaagde tarieven
worden voortgezet. Tijdens de informele Ecofin van 12 en 13 september is
gesproken over verlaagde tarieven in zijn algemeenheid en over de
mogelijke budgettaire gevolgen van het huidige voorstel. Door de
kredietcrisis is de algemene discussie nauwelijks aan bod gekomen
tijdens de Ecofin van 7 oktober. Komende Ecofin zal daarom verder worden
gesproken. Er zal geen beslissing worden genomen.

Nederland vaart in de principiele discussie een pragmatische koers en
sluit aan bij de politieke realiteit dat lidstaten reeds verlaagde
tarieven toepassen en dat graag willen behouden. Nederland is
voorstander van de mogelijkheid voor toepassing van verlaagde tarieven
voor zover het gaat om lokaal verrichte diensten die de interne markt
niet verstoren. Het biedt de lidstaten meer flexibiliteit, mede in het
kader van de nationale sociaal-economische politiek. Zodoende worden ook
de eigen verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten behouden. Er
zal worden ingezet op de mogelijkheid om educatief materiaal - zowel in
boeken als op CD-rom of gedownload van internet - onder een verlaagd
tarief te brengen. Ook het tarief voor kringloopwinkels is in dat kader
een aandachtspunt voor Nederland. Nederland staat open voor de
mogelijkheid van het toestaan van andere tarieftoepassingen binnen deze
benadering. Wel is Nederland van mening dat een en ander bezien moet
worden in het kader van aspecten als effectiviteit, afbakening,
budgettaire risico's en het uitzonderingskarakter van het verlaagde
tarief. Mede om die reden bestaan twijfels over de noodzaak van een
onbegrensde toepassing van een verlaagd tarief zoals die Commissie die
voorstelt voor een aantal sectoren. 

 

Bestrijding van fiscale fraude - Versnelling Opgaven ICL

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: aanneming richtlijn tot wijziging Richtlijn 2006/112/EG
en aanneming verordening 

                              tot wijziging van verordening (EG) nr.
1798/2003

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit.

Toelichting:

Het Franse Voorzitterschap zal op de Ecofin trachten politieke consensus
te bereiken op het gebied van een versnelling van Opgaven ICL
(intra-communautaire leveringen). Dit punt blokkeert thans nog een
akkoord over het anti-fraude richtlijnvoorstel van de Commissie. Met het
oog op een snellere informatie-uitwisseling om BTW-fraude tegen te gaan
wordt voorgesteld om bij intracommunautair handelsverkeer de Opgaven ICL
voor intra-communautaire goederenleveringen maandelijks verplicht te
stellen (is nu eens per kwartaal). Een uitzondering wordt gemaakt voor
goederenleveringen die in een kwartaal onder een bepaalde drempel
blijven(waarde van de leveringen wordt gedacht aan ? 50.000 per
kwartaal). In dat geval kan worden toegestaan dat er een kwartaal Opgave
ICL wordt ingediend. Verder kunnen de lidstaten voor intracommunautaire
dienstverrichtingen toestaan dat de Opgave ICD slechts driemaandelijks
geschiedt.

Nederland is uiteraard voorstander van maatregelen die kunnen bijdragen
aan bestrijding van belastingfraude en ziet het nut van een snelle
gegevensuitwisseling. De effecten op de administratieve lastendruk en de
effectiviteit van de maatregel moeten daarbij wel nadrukkelijk worden
meegewogen. De maatvoering van de maatregel is daarbij van belang samen
met het vermogen en de bereidheid van de belastingadministraties om de
ontvangen informatie ook snel te verwerken. Wat dit laatste betreft is
een akkoord over een verbeterde samenwerking in het kader van een
Eurofisc-mechanisme (een andere anti-fraudemaatregel) een goede stap.
Hiermee wordt zonder toename van de administratieve last voor het
bedrijfsleven de fraude effectiever bestreden dan met het voorliggende
voorstel. Nederland mist in dit voorstel een garantie dat de versnelde
informatie-uitwisseling ook effectief wordt gebruikt en heeft moeite met
de drempel van ? 50.000 per kwartaal omdat daarmee veel gewone
ondernemers worden getroffen. Hoewel er meer lidstaten zijn die met
dezelfde bedenkingen naar het voorliggende voorstel kijken dreigt
Nederland alleen te komen staan in een verzet tegen het voorstel.
Nederland heeft in de Ecofin Raad van oktober aandacht gevraagd voor
deze pijnpunten en verzocht daar op het niveau van de Raadswerkgroep
over verder te praten. Voor Nederland is vooral van belang dat binnen
een uiteindelijke regeling sprake is van een evenwichtige verhouding
tussen het frequenter aanleveren van gegevens door het bedrijfsleven en
het nut daarvan voor een adequate fraudebestrijding.

(mogelijk punt) Cooerdinatie directe belastingen - Exitheffing

Document: Concept resolutie van de Raad, (14199/08, FISC 131)

Aard bespreking: aanneming Resolutie van de Raad 

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap agendeert een concept Resolutie van de Raad
over exitheffing op het gebied van de winstbelasting. In de concept
Resolutie wordt de fiscale claim van de lidstaat van vertrek erkend en
wordt het beginsel van wederzijdse erkenning als uitgangspunt gekozen.
Dit betekent dat de lidstaat van ontvangst in beginsel de fiscale
beoordeling van de lidstaat van vertrek volgt, om dubbele heffing te
voorkomen. Als de lidstaat van ontvangst het niet eens is met de
beoordeling door de lidstaat van vertrek, wordt via een overlegprocedure
een oplossing gezocht. Het betreft een politieke verklaring die niet
juridisch bindend of afdwingbaar is. Zij bevat daarom geen
gedetailleerde procedures of definities. Deze dienen op bi- of
multilateraal niveau nader te worden ingevuld. 

Nederland kan instemmen met de voorliggende concept Resolutie van de
Raad betreffende de cooerdinatie van exitheffingen.

(mogelijk punt) Herziening accijnsrichtlijn 92/12/EEG

Document: COM(2008) 78 definitief

Aard bespreking: aannemen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft een debat over het richtlijnvoorstel
`herziening richtlijn 92/12/EEG' van februari 2008 geagendeerd. Het
voorstel vervangt de huidige zogenoemde horizontale richtlijn accijns
(richtlijn 92/12/EEG). In deze richtlijn zijn bepalingen opgenomen voor
de productie, het voorhanden hebben en het intracommunautaire verkeer
van accijnsgoederen. Richtlijn 92/12/EEG moet worden herzien in verband
met de invoering van het geautomatiseerde systeem voor toezicht op het
verkeer van accijnsgoederen (Excise Movement Control System: EMCS). 

De Commissie had voorgesteld om verder voor de voorwaarden waaronder een
particulier zonder betaling van accijns in het land van bestemming
accijnsgoederen mag binnenbrengen te versoepelen. 

Voor Nederland - en voor vrijwel alle andere lidstaten - waren deze
versoepelingen moeilijk aanvaardbaar, zolang er geen verdergaande
harmonisatie van de accijnstarieven mogelijk lijkt. In het laatste
compromisvoorstel van het Vzschap zijn deze versoepelingen inmiddels
geschrapt. Afgezien van dit onderdeel is het merendeel van de
wijzigingen voor Nederland aanvaardbaar. 

Lissabon-strategie: flexicurity 

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal als onderdeel van de Lissabon-strategie
ingegaan worden op de resultaten van de Economic Policy Committee (EPC)
-werkgroep over de toepassing van flexicurity in de lidstaten met
speciale aandacht voor belasting- en uitkeringsstelsels. Het Franse
Voorzitterschap heeft een aantal lidstaten verzocht een presentatie te
geven van hun ervaringen met flexicurity. 

Voortgangsrapport economische gevolgen klimaatverandering en
stabilisatie prijzen onder ETS  

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ecofin zal aan de hand van een presentatie van gedachten wisselen
over het voortgangsrapport van de EPC-werkgroep die zich bezighoudt met
de economische gevolgen van klimaatverandering. De voornaamste conclusie
is dat er nog veel onzekerheid is over de exacte kosten. Volgens het
rapport leiden hogere olieprijzen tot hogere kosten voor de economie
(energieprijzen stijgen), maar worden de kosten van het klimaatpakket
juist lager (prikkel tot besparing en alternatieve energiebronnen).
Hierbij is sprake van grote onzekerheid over de doorwerking op de
CO2-prijs (via verschuiving van gas naar kolen bij
elektriciteitsproductie) en hoe het lange termijnaanbod van olie zich
ontwikkelt. Verder zal de werkgroep in 2009 nader werk verrichten over
de mogelijke oplossingen voor carbon leakage.

Over de verdeling van de koopkrachtgevolgen van het klimaat- en
energiepakket is nog weinig zekerheid, maar mogelijk zijn de gevolgen
voor lage inkomens relatief groot. Daarnaast zullen de
belastingontvangsten voor de overheid dalen. Mogelijk ontstaat er
bovendien een beroep op de overheidsfinancien voor koopkrachtreparatie.
Mede daarom moeten de veilingopbrengsten van ETS niet op EU-niveau
geoormerkt worden, maar is bestemming een nationale aangelegenheid. 

Polen zal bij dit agendapunt opnieuw aandacht vragen voor stabilisatie
van de CO2-prijs in ETS door middel van minimum- en maximumprijzen. 

Toezeggingen: 

Hieronder wordt u geinformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van
de hervorming van de internationale financiele architectuur. (zie ook
agendapunt Follow-up Europese Raad: voorbereiding van internationale
initiatieven als reactie op de financiele crisis)

Als gevolg van de kredietcrisis is duidelijk geworden dat de mondiale
financiele architectuur zwakheden kent, die hervormingen vereisen. In de
pers wordt hieraan vaak via de tot dusver lege term ``Bretton Woods II''
gerefereerd. Inmiddels is bekend dat op 15 november onder Amerikaans
voorzitterschap een bijeenkomst van de G20 zal plaatsvinden over dit
thema. Nederland zet zich via verschillende kanalen in om de Nederlandse
inbreng hier ten gehore te brengen. 

Nederland onderscheidt problemen op vijf terreinen:

Macro-economische onevenwichtigheden;

verkeerde prikkels in het financieel systeem, die niet bijdragen aan
langetermijn stabiliteit; 

gaten in het (internationale) toezicht; 

mondiaal opererende financiele instellingen versus nationale
toezichthouders en vangnetten; en 

crisis management per land met onvoldoende afstemming en veelal
gebaseerd op nationale belangen.

Deze problemen vereisen hervormingen op het nationaal, Europees en
internationaal niveau, 

op de volgende terreinen:

In de eerste plaats is het van belang dat de prikkels in de financiele
sector beter worden gericht, onder andere op de volgende terreinen: het
toezicht op en de governance structuur van (grote) financiele
instellingen vereist aanpassing, zodat publieke belangen beter worden
gewaarborgd. Beloningsstructuren moeten gericht zijn op lange termijn
stabiliteit en continuiteit. De rating activiteiten van
kredietbeoordelingsbureaus moeten onafhankelijk en transparant zijn. 

Ook moet binnen Europa de samenwerking en het toezicht ten aanzien van
grensoverschrijdende instellingen versterkt worden. Speciale aandacht is
hierbij vereist voor verplichte informatie-uitwisseling en verbetering
van de cooerdinatie van het crisismanagement. De inrichting van het
financieel toezicht en van crisismanagement is van gemeenschappelijk
Europees belang: lidstaten moeten zich op dit terrein aan `peer review'
en onafhankelijke visitaties onderwerpen. Voor de lange termijn moet een
Europees stelsel van toezichthouders overwogen worden, inclusief
afspraken over burden sharing. 

Tot slot dient het IMF internationaal leidend te worden op het gebied
van wereldwijde financiele stabiliteit. Daartoe moet het mandaat van het
Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden uitgebreid. Landen moeten
verplicht meedoen aan IMF Financial Sector Assessment Programmes en de
resultaten daarvan moeten openbaar worden. Het IMF moet eerder kunnen
reageren, en op een breder spectrum van problemen. Landen die gezond
beleid voeren maar door besmetting in de problemen komen, moeten sneller
financiele hulp van het IMF kunnen krijgen. 

 PAGE    

 PAGE   7